Grasgeleider vervangen
Waarschuwing
Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het
maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in
contact komen met het mes.
• Gebruik de maaimachine nooit zonder afdek-
plaat, mulchplaat of een grasafvoer en een
grasvanger.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
1. Plaats het afstandsstuk en de veer tusse de beugels van
de grasgeleider (Fig. 20). Plaats het linker J-vormige
haakeind van de veer achter de rand van het maaidek.
Opmerking: Zorg ervoor dat het linker J-vormige
uiteinde van de veer is geplaatst achter de rand van het
maaidek voordat u de bout monteert, zoals wordt
aangegeven in Figuur 20.
2
6
1
Figuur 20
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
5. Veer, gemonteerd
6. Grasgeleider
2. Monteer de bout en de moer. Plaats het rechter
J-vormige haakeind van de veer om de grasgeleider
(Fig. 20).
Belangrijk
De grasgeleider moet omlaag in positie
kunnen klappen. Til de grasgeleider omhoog om te
controleren of deze volledig omlaag klapt.
4
8
7
3
8
7
5
7. Linker haakeind van de
veer, achter de rand van
het maaidek plaatsen
alvorens de bout te
monteren.
8. Rechter haakeind van
veer
13
Onderhoud
• Controleer om de 50 bedrijfsuren of het rotorblad in de
tandwielkast van de ventilator goed vastzit. Zet de
bout van de as van het rotorblad vast met een torsie
van 27 – 29 Nm.
• Verwijder na elk gebruik maaisel uit de kap, de
afvoertunnel, de ventilator en het maaidek. Spoel elke
dag de onderkant van het maaidek schoon met een
slang. Een buitensporige hoeveelheid maaisel zal de
prestaties van het grasopvangsysteem verminderen.
• Controleer de riemspanning en slijtage om de
50 bedrijfsuren.
• De tandwielkast van de ventilator heeft weinig onder-
houd nodig. Controleer om de 50 bedrijfsuren op
lekkage. In geval van lekkage moet u de pakkingen
vervangen en bijvullen met 6 cl hoogwaardige moly-
disulfide vet. Vul de lagers vóór montage met dit vet.
• Zie de gebruikershandleidingen van het maaidek en de
tractie-eenheid voor de vereiste onderhouds-
werkzaamheden.
• Houd de machine schoon. Houd de motor vrij van vuil
en maaisel. Zorg ervoor dat alle bevestigingselementen
vast zitten. Controleer veiligheidsschermen en platen
op slijtage en vervang deze indien dit nodig is.