UMG 511
Profibus
Profibus-profielen
Een Profibus-profiel bevat de gegevens die
tussen een UMG en een PLC uitgewisseld moeten
worden. Af fabriek zijn er vier Profibus-profielen
voorgeconfigureerd.
Via een Profibus-profiel kunt u:
• meetwaarden van de UMG oproepen,
• de digitale uitgangen in de UMG instellen,
• de toestand van de digitale ingangen in de
UMG opvragen.
Elk Profibus-profiel kan maximaal 127bytes
gegevens bevatten. Moeten meer gegevens
verzonden worden, dan kunt u meer Profibus-
profielen aanleggen.
• Elk Profibus-profiel heeft een profielnummer.
Het profielnummer wordt door de PLC naar
de UMG gezonden.
• Met GridVis kunt u direct 16 Profibus-profielen
(profielnummers 0..15) bewerken.
• Met Jasic-programma's kunt u extra Profibus-
profielen (profielnummers 16..255) aanleggen.
• Af fabriek voorgeconfigureerde Profibus-
profielen kunt u achteraf veranderen.
80
Stambestand van het apparaat
Het stambestand van het apparaat, afgekort GSD-
bestand, beschrijft de Profibus-eigenschappen
van de UMG511. Het GSD-bestand is voor het
configuratieprogramma van de PLC nodig.
Het
stambestand
voor
de bestandsnaam „U5110C2B.GSD" en staat
op de bij de levering behorende gegevensdrager.
Variabele-definitie
Alle systeemvariabelen en globale variabelen
kunnen afzonderlijk ingeschaald en in een van
de volgende formats geconverteerd worden:
• 8, 16, 32bit integer met en zonder
voorbewerkingsteken.
• 32 of 64bit float-format.
• Big of little endian.
Big-endian
= high byte voor low byte.
Little-endian
= low byte voor high byte.
1) Globale variabelen zijn variabelen, die door
de gebruiker in Jasic gedefinieerd worden en elke
interface van de UMG511 ter beschikking staan.
de
UMG511
heeft
1)