Inhoudsopgave
Advertenties
10 Bediening
3. Het gewenste profiel kiezen.
☑ Bij de energiebeheerprofielen Maximale optimalisering van het eigen verbruik en Rustmodus wordt
het geselecteerde energiebeheerprofiel automatisch geactiveerd.
☑ Bij het energiebeheerprofiel Piekbelastingsreductie wordt de pagina voor het instellen van de parameters
geopend.
4. Om de piekbelastingsreductie te gebruiken, de parameters voor de piekbelastingsreductie instellen. Daarbij de
beschrijving van de parameters voor piekbelastingsreductie in acht nemen.
Zie hiervoor ook:
• Startpagina van het energiebeheer ⇒ pagina 113
• Overzicht van gebruikte energiebeheerprofielen ⇒ pagina 114
• Beschrijving van de parameters voor piekbelastingsreductie ⇒ pagina 114
10.8.5 Energiebeheer deactiveren
Een specifiek energiebeheerprofiel kan niet worden gedeactiveerd, maar alleen worden gewisseld. Om het volledige
energiebeheer te deactiveren, gaat u te werk zoals beschreven in dit hoofdstuk.
Werkwijze:
1. Meld u aan op de gebruikersinterface van het product.
2. Selecteer in het menu Configuratie het menupunt Energiebeheer.
3. Selecteer de schuifregelaar Energiebeheer activeren.
Zie hiervoor ook:
• Overzicht van gebruikte energiebeheerprofielen ⇒ pagina 114
10.8.6 Energiebeheer activeren
Voorwaarden:
☐ In de installatie is een geschikte energiemeter op het netaansluitpunt aangesloten en geconfigureerd.
☐ Minstens 1 energiebeheerprofiel is reeds aangemaakt.
☐ De gebruikersinterface is geopend en u bent aangemeld.
Werkwijze:
1. Selecteer in het menu Configuratie het menupunt Energiebeheer.
2. Selecteer de schuifregelaar Energiebeheer activeren.
3. Als het gewenste energiebeheerprofiel niet is geactiveerd, in de regel van het energiebeheerprofiel de knop
selecteren.
4. Profiel activeren selecteren.
116
ESSX-20-SH-nl-10
SMA Solar Technology AG
Systeemhandboek
Advertenties
Inhoudsopgave
