INSTELLINGEN CLIENT
Volg de onderstaande procedure om de printerdriver op de client in te stellen.
Als uw besturingssysteem Windows NT 4.0 is, zie dan
Opmerking
1
Klik op [start] en kies vervolgens
[Configuratiescherm].
In Windows 95/98/Me/2000, klik op [Start] en
selecteer [Instellingen].
2
Klik [Printers en andere hardware] en
dan [Printers en faxapparaten].
In Windows 95/98/Me/2000, klik op [Printers].
3
Klik op [Een printer toevoegen] in
[Printertaken].
• In Windows 95/98/Me/2000, dubbelklik op
[Printer toevoegen] pictogram.
• De "Wizard Printer toevoegen" verschijnt.
4
Klik op [Volgende].
5
Selecteer [Netwerkprinter, of een
printer die met een andere computer
is verbonden], en klik dan op
[Volgende].
In Windows 95/98/Me/2000, selecteer
[Netwerkprinter] en klik op [Volgende].
"Instellingen in Windows NT 4.0" (pagina
6
Selecteer [Een printer zoeken] en klik
op [Volgende].
• In Windows 95/98/Me, klik op [Bladeren].
• In Windows 2000, selecteer [Typ de naam van
de printer of klik op Volgende om naar een
printer te zoeken.], en klik op [Volgende].
7
Selecteer de printer die u wilt delen in
het netwerk, en klik op [Volgende].
In Windows 95/98/Me, selecteer de printer die u
wilt delen in het netwerk, klik op [OK] en dan op
[Volgende].
De inhoud van dit venster kan variëren
afhankelijk van uw netwerk omgeving.
8
Selecteer instellingen in het
[Standaardprinter] scherm en klik dan
op [Volgende].
9
Klik op [Voltooien].
PRINTER DELEN
14).
2
13