SCANNEN VIA DE TOETSEN OP HET APPARAAT
Hieronder wordt uitgelegd hoe u te werk dient te gaan om te scannen via de knop [SCANNEN]. Bij het scannen volgens deze
methode wordt de vooraf bepaalde toepassing automatisch gestart en komt de gescande afbeelding beschikbaar in de toepassing.
• De scannerfunctie kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
Opmerking
• Er doet zich een probleem voor met het apparaat zoals een papierstoring of een openstaande klep.
• De programma's voor de hoofdoperator zijn in gebruik.
• Er wordt een papierformaat voor een lade ingesteld.
• Tijdens het kopiëren of afdrukken
• Tijdens het scannen van een origineel voor het verzenden van een fax (indien de fax-optie is geïnstalleerd)
• Als het apparaat in de kopieerstand staat, drukt u op [SCANNEN] om over te schakelen naar de
scannerfunctie en de eerder ingestelde kopieerinstellingen te wissen.
1
Plaats het origineel (de originelen) die
u wenst te scannen op de glasplaat of
in de SPF.
Zie voor meer informatie over het plaatsen van
het origineel "4. KOPIEERFUNCTIES" in de
"Gebruiksaanwijzing (voor akgemene informatie
en kopieermachine)".
2
Druk op de [SCANNEN] knop.
ON LINE DATA
PRINT
SCANNEN
LINE
DATA
KOPIEËN
BEL
Het indicatielampje van de [SCANNEN] knop licht op
om aan te geven dat het apparaat zich in de
scanmodus bevindt en in het display verschijnt het
scherm voor het selecteren van een bestemming. Er
kan in de Button Manager een naam worden ingevoerd
voor elk van de bestemmingen "SC1:" tot "SC6:", die
zal worden weergegeven als "SC1:XXXXX".
Indien de tweevoudige functieboard
Opmerking
is geïnstalleerd
Als er op beide USB-poorten van het apparaat
computers zijn aangesloten, verschijnt het
volgende scherm in de display. Selecteer in
dat geval de gewenste USB-poort met de [
of [
] toets en druk op [OK]. Zie voor meer
informatie over de locatie van de poorten "1.
VOORDAT U HET PRODUCT GEBRUIKT" in
de "Gebruiksaanwijzing (voor akgemene
informatie en kopieermachine)".
INTERFACE SEL.
USB-1
USB-2
3
Selecteer de gewenste scanbestemming
met de [ ] of [ ] toets.
GH
PQR
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
DUBBELZ
BESTEMMING SEL.
SC1:
SC2:
SC3:
SC4:
]
De volgende toepassingen zijn standaard ingesteld
voor de scanbestemmingen 1 tot en met 6.
Als u deze instelling(en) wilt wijzigen, zie dan
"INSTELLINGEN BUTTON MANAGER" (pagina
Scanbestemming
SC1:
SC2:
SC3:
SC4:
SC5:
SC6:
4
Druk op [OK].
TERUG
OK
GHI
De geselecteerde
bestemming verschijnt.
5
Druk op [START].
WXYZ
Het scannen begint.
@.- _
READ-END
• Met de toetsen [KOPIEËN], [PRINT] of
Opmerking
[FAX] schakelt u vanuit de scannerfunctie
over naar de gewenste functie.
• Beperkingen aan het gebruik van de
functies kopiëren, afdrukken of faxen
vanuit de scannermodus worden
besproken in "WERKING VAN DE
FUNCTIES KOPIËREN, AFDRUKKEN,
SCANNEN EN FAX" in "1. VOORDAT U
HET PRODUCT GEBRUIKT" in de
"Gebruiksaanwijzing (voor akgemene
informatie en kopieermachine)".
25).
Toepassing die start
Sharpdesk
E-mail
FAX
OCR
Microsoft Word
Archivering
Gereed voor scannen
SC2:
23
3