5
5-14 De EX7750 instellen vanaf een Windows- computer
Als u het subnetmasker moet instellen, voert u een van de volgende waarden in:
•
255.0.0.0
•
255.255.0.0
•
255.255.255.0
Controleer de instelling van het subnetmasker bij uw netwerkbeheerder
O
:
PMERKING
voordat u voortgaat. Soms kan de juiste instelling afwijken van de hier genoemde
instellingen.
Als uw TCP/IP-netwerk een gateway heeft en gebruikers van buiten de gateway willen
met TCP/IP afdrukken naar de EX7750, dan typt u hier het gateway-adres.
De EX7750 slaat de toegewezen IP-adressen op, zelfs als u later TCP/IP
O
:
PMERKING
uitschakelt. Als u het IP-adres van de EX7750 aan een ander apparaat moet toewijzen,
stelt u het adres van de EX7750 in op een nuladres.
DNS
Selecteer DNS-instellingen inschakelen als u wilt dat de EX7750 de functies van de
EX7750 gebruikt en ook om een naam te vertalen in een IP-adres. Daarnaast kunt u
de DNS-naam gebruiken voor de functie "Sending Methods" (Verzendmethoden) van
de printer. U kunt via het aanraakscherm van de printer taken naar de printer
verzenden en uw instellingen voor deze functie kiezen.
Raadpleeg de overeenkomstige documentatie van de printer voor meer informatie over
het gebruik van deze functies.
Om de DNS-instellingen te kiezen, klikt u op de tab Protocol2, selecteert u DNS
Setup en klikt u op DNS Setup.
als het IP-adres begint met een getal dat kleiner is dan 128
als het IP-adres begint met een getal van 128 tot en met 191
als het IP-adres begint met een getal dat groter is dan 191