4
4-23 Opties voor netwerkinstellingen
Protocolinst. afsl.
AppleTalk-instell.
TCP/IP-instellingen
IPX/SPX-instell.
Protocolinstell.
Hostnaam
Standaardnaam server
Geef de hostnaam op van de EX7750. De standaardhostnaam is de Servernaam
die u invoert in de Serverinstellingen.
Als u de verzendfuncties wilt gebruiken, kan het nodig zijn dat u
O
:
PMERKING
de instellingen van de WINS-naamserver wijzigt die in de
Windows-setup>Service-setup>Netwerksetup zijn gespecificeerd. Het instellen van
de WINS-naamserver valt buiten het bestek van deze handleiding. Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor meer informatie over het instellen van een WINS-naamserver.
Raadpleeg de overeenkomstige documentatie van de printer voor meer informatie over
het gebruik van deze functies.
U kunt uw afdruktaak alleen naar een Windows-server verzenden als u
O
:
PMERKING
"Sending Methods" (Verzendmethoden) gebruikt. Selecteer Windows (SMB) voor een
Windows-server in de vervolgkeuzelijst Protocol op het scherm Verzenden.
Kies de optie Setup afsluiten in het hoofdmenu van de Setup wanneer u alle gewenste
Setup-instellingen hebt opgegeven of gewijzigd. De EX7750 wordt opnieuw opgestart.
Alle wijzigingen worden opgeslagen bij het opnieuw starten.
Opties voor IPX/SPX-instellingen
Als u de frametypen wilt opgeven die de EX7750 gebruikt voor
IPX/SPX-protocollen, kiest u IPX/SPX-instell. in het menu Protocolinstell.
U moet ten minste één frametype kiezen om IPX/SPX-protocollen in te schakelen.
De EX7750 ondersteunt de volgende frametypen voor IPX/SPX:
• Voor Ethernet: Ethernet 802.2, Ethernet 802.3, Ethernet II en Ethernet SNAP
Voor andere protocollen dan IPX/SPX wordt het frametype automatisch ingeschakeld
en zijn er geen verdere instellingen nodig.
Met dit protocol
AppleTalk
TCP/IP met Ethernet
En deze afdrukservices
PAP (Printer Access Protocol)
LPD (Line Printer Daemon)
Wordt dit frametype
automatisch
ingeschakeld
Ethernet SNAP
Ethernet II