Hoofdstuk 1
Knoppen en statuslampjes bedieningspaneel
In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de
functies op het bedieningspaneel.
Label
Naam en beschrijving
1
Snelkiesknoppen: Toegang krijgen tot de eerste vijf snelkiesnummers.
2
Snelkiezen: hiermee selecteert u een snelkiesnummer.
3
Het menu Scannen: hiermee wordt het menu Scannen naar geopend. Hiermee kunt u een
bestemming voor de scan selecteren.
4
Digitaal archief: hiermee worden documenten naar een folder gescand, daar opgeslagen en
beschikbaar gesteld aan personen op uw netwerk.
5
Het menu Faxen: hiermee wordt het faxmenu geopend.
6
De naam en de functie van de knop hangen af van het land/de regio waar het apparaat is
verkocht.
Resolutie: hiermee wordt de resolutie bijgesteld voor de fax die u verzendt.
Faxnummerblokkering: hiermee wordt het menu Installatie faxnummerblokkering geopend,
waarmee u ongewenste faxoproepen kunt beheren. Om deze functie te kunnen gebruiken,
moet u een abonnement op een beller-id-service hebben.
7
Toetsenblok: hiermee voert u faxnummers, waarden of tekst in.
8
Scherm: Hierop worden menu's en berichten weergegeven.
9
Pijl naar links: hiermee worden de waarden op het display verlaagd.
10
OK: hiermee selecteert u een menu of instelling op het display.
11
Pijl naar rechts: hiermee worden de waarden op het display verhoogd.
12
Waarschuwingslampje: wanneer het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat er zich
een fout heeft voorgedaan die moet worden verholpen.
13
Verkleinen/Vergroten: hiermee wijzigt u het afdrukformaat van een kopie.
14
Het menu Kopiëren: hiermee wordt het menu Kopiëren geopend.
16
Aan de slag