5.4 INBEDRIJFSTELLING VAN DE REGELAAR MET GEÏNTEGREERDE MONITOR PM/819 EN
VERSNELLINGSKLEP (AFB. 23)
Indien er op de lijn ook een afblaasklep aanwezig is, raadpleegt u par. 3.1 voor de desbetreffende controle.
1) Open de aflaatklep 6 gedeeltelijk;
2) Open de afsluitklep op de inlaat V1 zeer langzaam;
3) Verhoog de afstelling van de besturing 3 van het regelsysteem volledig door de stelschroef 10 rechtsom te draaien (afb.
2);
4) Verhoog de afstelling van de versnellingsklep volledig door de stelschroef 17 rechtsom te draaien (afb. 7);
5) Pas de afstelling van de besturing 10 van de monitor aan tot aan de vastgestelde interventiewaarde voor de versnellingsklep
12;
6) Verminder de afstelling van de versnellingsklep 12 tot u met een schuimvormend middel vaststelt dat er gas uit de voorziene
afvoer ontsnapt;
7) Verminder de afstelling van de besturing 10 tot de vooraf gekozen werkwaarde van de monitor, controleer daarbij of de
klep 12 de afvoer van het gas heeft onderbroken;
8) Pas de afstelling van de besturing 10 van de monitor aan de vooraf ingestelde waarde aan;
9) Verminder de afstelling van de besturing 3 tot de vooraf gekozen werkwaarde van de serviceregelaar;
10) Controleer of de monitor PM/819 zich in de stand volledig open stelt door de positie van de indicator van de loop via het
kijkgat te controleren;
11) Sluit de aflaatkraan 6 en controleer of de druk erna na een toenamefase zich stabiliseert op een waarde die net iets hoger
is dan de specifieke sluitwaarde van het geheel besturing/monitor. Als dit niet het geval is, moet u de oorzaken wegnemen
die het interne verlies doen ontstaan;
12) Controleer de dichting van alle verbindingen tussen de afsluitkleppen V1 en V2 met een schuimvormend middel;
13) Open de afsluitklep erna V2 zeer langzaam, zodat het gas volledig in de leiding kan gaan. Indien de druk in de leiding aan
het begin van deze handeling veel lager dan de afstellingsdruk is, dan is het aangeraden om het openen van deze klep in
meerdere stappen uit te voeren, teneinde de waarde van het maximale debiet van de installatie niet te overschrijden.
TECHNISCHE HANDLEIDING MT103
Afb.23
31
Afb.23/a