3
Selecteer een sport.
4
Selecteer een record om te verwijderen.
5
Selecteer Wis record > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Alle persoonlijke records verwijderen
1
Houd UP ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Records.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer Wis alle records > Ja.
Alleen de records voor die sport worden verwijderd.
Hardloopdynamiek
U kunt uw compatibele fēnix 3 toestel gekoppeld met het
HRM-Run
™
accessoire gebruiken voor real-time feedback over
uw hardloopvorm. Als bij uw fēnix 3 toestel het HRM-Run
accessoire is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld.
Het HRM-Run accessoire heeft een versnellingsmeter in de
module die bewegingen van het bovenlichaam meet voor het
berekenen van gegevens zoals cadans, verticale oscillatie en
grondcontacttijd.
OPMERKING: Het HRM-Run accessoire is compatibel met
verschillende ANT+ fitnessproducten en kan, indien gekoppeld,
hartslaggegevens weergeven. De functies voor
hardloopdynamiek zijn alleen beschikbaar op bepaalde Garmin
toestellen.
Cadans: Cadans is het aantal stappen per minuut. Het totaal
aantal stappen wordt weergegeven (links en rechts samen).
Verticale oscillatie: Verticale oscillatie is de op-en-
neerbeweging tijdens het hardlopen. Hiermee wordt de
verticale beweging van uw bovenlichaam weergegeven,
gemeten in centimeters voor iedere stap.
Grondcontacttijd: Grondcontacttijd is de hoeveelheid tijd voor
iedere stap tijdens het hardlopen waarbij er contact is met de
grond. De tijd wordt gemeten in milliseconden.
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens
Het hardloopdynamiekscherm toont een kleurenbalk voor de primaire meetwaarde. U kunt cadans, verticale oscillatie of
grondcontacttijd als de primaire meetwaarde instellen. De kleurenbalk zet uw hardloopdynamiekgegevens af tegen de gegevens
van andere hardlopers. De kleurenzones zijn gebaseerd op percentielen.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje zones kenmerken de
onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse zones kenmerken de meer ervaren of
snellere hardlopers. Onervaren hardlopers hebben over het algemeen een langere grondcontacttijd, hogere verticale oscillatie en
een lagere cadans dan ervaren hardlopers. Grotere hardlopers hebben echter meestal een iets lagere cadans en een iets hogere
verticale oscillatie. Ga naar
interpretaties van hardloopdynamiekgegevens kunt u zoeken naar toonaangevende hardlooppublicaties en -websites
Kleurzone
Percentiel in zone
Paars
>95
Blauw
70–95
Groen
30–69
Oranje
5–29
Rood
<5
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens
Als de hardloopdynamiekgegevens niet worden weergegeven,
kunt u deze tips proberen.
• Zorg ervoor dat u beschikt over het HRM-Run accessoire.
Op de voorzijde van het HRM-Run accessoire staat .
• Koppel het HRM-Run accessoire met uw fēnix 3 volgens de
instructies.
8
www.garmin.com
voor meer informatie over hardloopdynamiek. Voor aanvullende inzichten en
Cadansbereik
>185 spm
174–185 spm
163–173 spm
151–162 spm
<151 spm
OPMERKING: Grondcontacttijd is niet beschikbaar wanneer
u wandelt.
Trainen met hardloopdynamiek
Voordat u hardloopdynamiek kunt bekijken, moet u het
HRM-Run accessoire omdoen en koppelen met uw toestel
(ANT+ sensors
koppelen). Als bij uw fēnix 3 het HRM-Run
accessoire is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld en
kan de fēnix 3 uw hardloopdynamiek weergeven.
1
Selecteer een optie:
• Als uw HRM-Run accessoire en fēnix 3 toestel al zijn
gekoppeld, kunt u stap 8 overslaan.
• Als uw HRM-Run accessoire en fēnix 3 toestel nog niet
zijn gekoppeld, voert u alle stappen in deze procedure uit.
2
Houd UP ingedrukt.
3
Selecteer Instellingen > Apps.
4
Selecteer een activiteit.
5
Selecteer Gegevensschermen > Hardloopdynamiek >
Status > Ingeschakeld.
OPMERKING: Het hardloopdynamiekscherm is beschikbaar
voor alle activiteiten.
6
Selecteer Prim. meetwaarde.
7
Selecteer Cadans, GCT of Verticale osc..
De primaire meetwaarde wordt in het bovenste veld op het
gegevensscherm weergegeven, inclusief een
corresponderende positie op de kleurenbalk.
8
Ga hardlopen (Hardlopen).
9
Selecteer UP of DOWN om uw gegevens te bekijken op het
hardloopdynamiekscherm.
Bereik verticale oscillatie
<6,7 cm
6,7–8,3 cm
8,4–10,0 cm
10,1–11,8 cm
>11,8 cm
• Als de hardloopdynamiekgegevens in nullen worden
weergegeven, controleer dan of de HRM-Run module met de
juiste zijde naar boven wordt gedragen.
OPMERKING: De grondcontacttijd wordt alleen
weergegeven tijdens het hardlopen. Deze kan niet worden
berekend tijdens het wandelen.
Bereik grondcontacttijd
<208 ms
208–240 ms
241–272 ms
273–305 ms
>305 ms
Training