Montage
Montage met draaikoppelsteun
5.2 / 2
B
☞
Monteer de draaikoppelsteun/console (A).
☞
Vet de veeras (B) in waar deze op de aandrijving aansluit.
☞
Plaats de pasveer (C) in de veeras (B).
☞
Steek de aandrijving (D) op de veeras (B).
☞
Borg de pasveer (C) tegen verschuiven.
De pasveer kan met twee slangklemmen of stelringen worden
geborgd.
☞
Bevestig de aandrijving met 4 schroeven aan de
draaikoppelsteun.
6 – STA 1-sectionaaldeuraandrijving / Rev. D 0.4
A
C
D
5.3
Montage noodhandketting (alleen bij
aandrijvingen met noodhandketting)
Voor een goede werking mogen de schakels van de ketting
niet verdraaid zijn.
5.3 / 1
Zet de kettinguiteinden met de sluitschakel aan elkaar.
ATTENTIE!
Mogelijke schade als gevolg van onjuiste bediening
van de aandrijving!
Teneinde beschadigingen aan aandrijving en deur te
voorkomen, moet de noodhandketting tijdens het elektrisch
gebruik van de deur zijn geborgd.