4.3.1 Algemene procedure
Definieer achtereenvolgens Titel, Proces en Protocol: door op de velden in het gebied
(1) te drukken, wordt telkens het respectieve dialoogvenster geopend.
Activeer de gegevens met toets (2).
4.3.2 Titel
De licht gekleurde velden geven parameters aan die niet aangepast kunnen worden, bijv. de
Soort. Het nummer van een component wordt bijvoorbeeld automatisch toegewezen, te
beginnen met de streng van de linkse aansluiting van de Master, zie Installatie.
Voer metagegevens voor het protocol in gebied (1) in: Titel enz.:
Voer de gewenste tekst via het virtuele toetsenbord (1) in.
Sluit het dialoogvenster met het toetsenbord met behulp van x (2) af wanneer geen
aanpassingen nodig zijn of activeer de invoer met het vinkje (3).
4 Werken met de Master
35