4. Duw de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig in en stel ze af op het formaat van het papier. Doe
vervolgens hetzelfde met de papiergeleiders voor de lengte (2).
5. Waaier de stapel papier goed los om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Controleer altijd of het papier niet omgekruld of gekreukt is.
6. Plaats papier voorzichtig met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade.
Zorg ervoor dat het papier plat in de lade ligt en dat de papiergeleider voor de lengte (1) de randen van het
papier raakt.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan
staan en problemen veroorzaken bij de papierinvoer.
25
1
2
1