9.3 Het systeem opslaan
Voor een veilig transport en opslag van de Diabecare DANA-i insulinepomp dient
u de volgende omstandigheden te vermijden:
Opslag: temperaturen lager dan -20 °C (-4 °F) of hoger dan 50 °C (122 °F).
⚫
Bedrijf: temperaturen lager dan 1 °C (34 °F) of hoger dan 40 °C (104 °F).
⚫
Vochtigheid hoger dan 95%.
⚫
Blootstelling aan bovenmatige stofhoeveelheden of aan een zouthoudende
⚫
omgeving.
Blootstelling aan explosieve gassen.
⚫
Blootstelling aan rechtstreeks zonlicht.
⚫
Omgevingen waarin een intens elektromagnetisch veld wordt opgewekt.
⚫
Atmosferische drukk lager dan 500 hPa of hoger dan 1060 hPa.
⚫
500 hPa =
1060 hPa =
Het is belangrijk om:
De insulinepomp niet bloot te stellen aan rechtstreeks zonlicht of hitte gedurende
⚫
een langere tijd.
De insulinepomp niet te laten vallen.
⚫
Geen pogingen te ondernemen om de insulinepomp te repareren, te openen of op
⚫
enige wijze te veranderen.
Zuur- of alkalihoudende omgevingen te vermijden.
⚫
Houd de insulinepomp weg van sterke elektromagnetische velden, zoals bij
⚫
mobiele telefoons en magnetronovens.
Voorzichtig
De insulinepomp mag niet worden gebruikt in de nabijheid van
intense elektromagnetische velden, zoals worden opgewekt door bepaalde
elektrisch gevoede medische apparaten. De pomp moet worden verwijderd
voordat de gebruiker een CT-scan, MRI-scan of röntgenonderzoek ondergaat.
Het gebruik van de pomp van radiofrequente energie opwekken en uitstralen,
die schadelijke storingen in andere apparaten in de nabijheid kunnen
veroorzaken.
500 mbar,
50 kPa,
1060 mbar,
106 kPa,
375 mmHg,
7,3 psi
795 mmHg,
15,4 psi
96