Controlelampje
Naam
Waarschuwingslampje
systeemmelding
Controlelampje
automatisch
grootlicht
Controlelampjes
richtingaanwijzers en
alarmknipperlichten
Aan/Knipperend
•
Wordt samen met een zoemer
ingeschakeld wanneer een probleem
wordt geconstateerd. Tegelijkertijd
wordt een systeemmelding
weergegeven op de interface voor
bestuurdersinformatie.
•
Gaat branden wanneer aan alle
bedrijfsomstandigheden van het
automatisch grootlicht is voldaan.
•
Knippert wanneer u de
richtingaanwijzerschakelaar bedient.
•
Knipperen samen met alle
richtingaanwijzers wanneer u de
alarmknipperlichtschakelaar indrukt.
•
Knipperen samen met alle
richtingaanwijzers wanneer u het
rempedaal intrapt terwijl met hoge
snelheid wordt gereden.
Uitleg
•
Druk, terwijl het waarschuwingslampje
brandt, op de knop
(beginscherm) en
selecteer
(informatie) om het bericht
opnieuw te bekijken.
Display wijzigen
2
BLZ. 156
•
Raadpleeg de informatie over
controlelampjes in dit hoofdstuk wanneer
er een systeemmelding op de interface voor
bestuurdersinformatie verschijnt. Baseer uw
reactie op het bericht op de informatie voor
het desbetreffende controlelampje.
•
De interface voor bestuurdersinformatie
keert niet terug naar het normale scherm,
tenzij de waarschuwing wordt geannuleerd
of de knop
(beginscherm) wordt
ingedrukt.
Automatisch grootlicht
2
•
Knippert niet of knippert snel - Laat uw
voertuig door een dealer controleren.
Noodstopsignaal
2
BLZ. 509
uuControlelampjesu
Bericht
—
—
BLZ. 206
—
WORDT VERVOLGD
119