Voedingssysteem start niet
De procedure controleren
Wanneer het controlelampje
voor bestuurdersinformatie verschijnt, controleer dan de volgende items en onderneem de
benodigde actie.
Controlelijst
Controleer of het
relevante
controlelampje gaat
branden en of de
berichten op de
interface voor
bestuurdersinformatie
verschijnen.
Controleer de
helderheid van de
interieurverlichting.
Controleer het
controlelampje van het
beveiligingssysteemalarm.
648
(Gereed) niet gaat branden en
Conditie
verschijnt
verschijnt
verschijnt.
verschijnt.
uZorg ervoor dat de afstandsbediening zich binnen het werkingsbereik bevindt.
Het controlelampje
(Voedingssysteem) gaat branden.
Het controlelampje van het transmissiesysteem knippert en
verschijnt.
De interieurverlichting is gedimd of wordt in het geheel niet
ingeschakeld.
De interieurverlichting brandt normaal.
Wanneer het controlelampje van het beveiligingssysteemalarm knippert,
kan het voedingssysteem niet worden ingeschakeld.
1De procedure controleren
niet op de interface
Wanneer de motor onmiddellijk moet worden gestart,
gebruik dan een ander voertuig of hulpaccu om de motor
met startkabels te starten.
Als de 12V-accu leeg is
2
Houd de knop POWER niet langer dan 15 seconden ingedrukt.
Verwijder de oplaadstekker. Zet de voedingsmodus
eerst op ACCESSOIRE en vervolgens op AAN.
Laad de hoogspanningsaccu op.
2
2
2
Laat het voertuig door een dealer controleren.
Het voedingssysteem kan worden ingeschakeld als
een tijdelijke maatregel.
2
Laat de 12V-accu door een dealer controleren.
Controleer alle zekeringen of laat uw voertuig
controleren door een dealer.
2
2
BLZ. 651
Wat te doen
Opladen
BLZ. 562
Waarschuwings- en informatiemeldingen op
interface voor bestuurdersinformatie
Bij een zwakke batterij van de sleutelloze
afstandsbediening
BLZ. 649
Als het controlelampje van het
transmissiesysteem knippert naast het
waarschuwingsbericht
BLZ. 660
Zekeringen controleren en vervangen
Beveiligingssysteemalarm
BLZ. 189
BLZ. 130
BLZ. 669