Inhoudsopgave
Advertenties
Camerasysteem voor zijspiegels
Met behulp van de camera's die aan de linker- en rechterkant van het voertuig zijn gemonteerd,
wordt op de displays in het voertuig de achterzijde van het voertuig weergegeven. De displays
worden ingeschakeld wanneer een van de voorportieren wordt geopend of de voedingsmodus
is ingesteld op AAN.
Camera-eenheden en displays in het voertuig
Lens linkercamera
a
Lens rechtercamera
b
Linkerscherm
c
Rechterscherm
d
uuAfstelling van elk type spiegeluCamerasysteem voor zijspiegels
1Camerasysteem voor zijspiegels
Controleer tijdens het rijden visueel op andere voertuigen en
controleer of uw omgeving veilig is.
Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden kan het
volgende gebeuren met het beeld.
•
De omgeving rond heldere voorwerpen zoals de zon of de
koplampen van een voertuig achter u, worden wit
weergegeven.
•
Het beeld knippert als gevolg van het omgevingslicht.
•
De helderheid of de kleuren van de linker- en rechterkant
van het beeld verschillen als gevolg van het omgevingslicht
of door gereflecteerde voorwerpen.
Afhankelijk van de omstandigheden kan het enige tijd duren
voor uw ogen aan het display gewend zijn. Zorg er vóór
gebruik voor dat u het duidelijk kunt zien.
De schermen worden in de volgende gevallen uitgeschakeld:
•
Het beveiligingssysteemalarm wordt ingesteld via het
vergrendelingsmechanisme.
•
Er zijn gedurende twee minuten geen functies gebruikt
terwijl de voedingsmodus niet in AAN staat.
De helderheid van de schermen wordt automatisch en
geleidelijk donkerder afgesteld wanneer het omgevingslicht
afneemt. U kunt de helderheid van de schermen afstellen als
er weinig omgevingslicht is. De schermen kunnen ook
worden afgesteld bij veel omgevingslicht, maar de
helderheid van de schermen verandert niet.
De helderheid van het scherm wijzigen
2
BLZ. 278
WORDT VERVOLGD
221
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
