Afdruksnelheid voor papier van Letter-formaat maximaliseren
De printer kan max. 20 ppm in zwart-wit afdrukken op papier in Letter-formaat. Dit gebeurt
automatisch bij het afdrukken op Letter-formaat vanuit lade 2.
Voor lade 1 is de fabrieksinstelling van de printer voor het afdrukken ingesteld op 19 ppm in
zwart-wit op papier in Letter-formaat. Om een afdruksnelheid van 20 ppm te bereiken in
lade 1, stelt u lade 1 in op Letter. Om het formaat in lade 1 in te stellen, opent u de
HP werkset, klikt u op het tabblad Instellingen, Apparaat configureren, en klikt u
vervolgens op Papierverwerking. Stel het formaat van lade 1 in op Letter.
Wanneer lade 1 is geconfigureerd voor Letter en een afdruktaak is op een ander formaat
afdrukmateriaal ingesteld, zoals bijvoorbeeld enveloppen, zal het waarschuwingslampje
gaan knipperen totdat de juiste soort afdrukmateriaal in lade 1 is geplaatst.
Toegang tot de instellingen in de printerdriver
In dit gedeelte worden de veelvoorkomende afdruktaken beschreven die via de printerdriver
geregeld worden. (De printerdriver is het softwareonderdeel waarmee afdruktaken naar de
printer worden gestuurd.) U kunt instellingen tijdelijk wijzigen voor de afdruktaken die u
afdrukt terwijl het programma nog geopend is. U kunt ook permanent wijzigingen
aanbrengen in de standaardinstellingen en de nieuwe instellingen die nu en later van kracht
zijn.
Besturingssyste
Instellingen tijdelijk wijzigen
em
voor actuele afdruktaken
Windows 98,
In het menu Bestand klikt u
Me, en NT 4.0
op Afdrukken, selecteert u
deze printer, en klikt u
vervolgens op
Eigenschappen. (De
daadwerkelijke stappen
kunnen variëren, dit is echter
de meestvoorkomende
manier.)
Windows 2000
In het menu Bestand klikt u
en XP
op Afdrukken, selecteert u
deze printer en klikt u
vervolgens op
Eigenschappen of
Voorkeuren. (De
daadwerkelijke stappen
kunnen variëren, dit is echter
de meestvoorkomende
manier.)
38
Hoofdstuk 3 Afdruktaken
Standaardinstellingen
1
definitief wijzigen
Klik op de knop Start, ga naar
Instellingen en klik dan op
Printers. Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en klik
vervolgens op
Eigenschappen (Windows 98
en Me) of Standaardwaarden
document (NT 4.0).
Klik op Start, wijs Instellingen
aan en klik vervolgens op
Printers of Printers en
faxapparaten. Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en klik
vervolgens op
Afdrukvoorkeuren.
Configuratie-instellingen wijzigen
(Bijvoorbeeld om een optionele
lade toe te voegen of om een
driverfunctie in- of uit te
schakelen zoals bijvoorbeeld
"Handmatig dubbelzijdig
afdrukken toestaan")
Klik op de knop Start, ga naar
Instellingen en klik dan op
Printers. Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en klik vervolgens
op Eigenschappen. Klik op het
tabblad Configureren.
Klik op Start, wijs Instellingen aan
en klik vervolgens op Printers of
Printers en faxapparaten. Klik
met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en klik vervolgens
op Eigenschappen. Klik op het
tabblad Apparaatinstellingen.
NLWW