De printer kalibreren
De printer wordt op verschillende verschillende momenten automatisch gekalibreerd: U kunt
de instellingen voor kalibratie aanpassen met behulp van de HP werkset.
Omgevingsverschillen, verouderde inktpatronen, verouderde toner en een verouderde
imaging drum kunnen fluctuaties in de beelddichtheid veroorzaken. De printer houdt
hiermee rekening met behulp van beeldstabilisatieregeling. De printer kalibreert
automatisch op verschillende tijdstippen om het hoogste niveau afdrukkwaliteit te
behouden. U kunt de instellingen voor kalibratie aanpassen met behulp van de HP werkset.
De printer onderbreekt geen afdruktaak tijdens het kalibreren. De printer wacht totdat de
taak is voltooid voordat deze begint met kalibreren of reinigen. Terwijl de printer bezig is
met kalibreren, wacht de printer met afdrukken totdat de kalibratie voltooid is.
De printer op de printer zelf kalibreren
Druk gelijktijdig op
De printer via de HP werkset kalibreren
Opmerking
Deze procedure is alleen van toepassing op de besturingssystemen van Windows.
Macintosh-gebruikers moeten de printer handmatig kalibreren met behulp van
bovenstaande procedure.
1. Open de HP werkset met behulp van één van de volgende methodes:
2. Op het tabblad Probleemoplossing klikt u op Diagnostische hulpmiddelen (links op
3. Klik op Kleurenkalibratie.
NLWW
(S
TART
●
Op het bureaublad in Windows dubbelklikt u op het pictogram van de HP werkset.
●
In het menu Start gaat u naar Programma's, HP color LaserJet 2550, en klikt u
vervolgens op HP werkset.
het scherm).
) en
(C
ARROUSEL DRAAIEN
) om een kalibratie te starten.
De printer kalibreren
79