KLIMAAT
Automatische inschakeling van
elektrische stuurverwarming*
activeren en deactiveren
De stuurverwarming is te activeren om het stuur-
comfort te verhogen, wanneer het koud is.
U kunt instellen of de automatische inschakeling
van elektrische stuurverwarming bij het starten
van de motor al dan niet geactiveerd moet zijn.
Met automatische inschakeling geactiveerd zal
de elektrische verwarming starten bij een lage
omgevingstemperatuur.
1. Tik op
Instellingen
op het hoofdscherm van
het middendisplay.
2. Tik op
Klimaat
.
3. Kies
Niveau automatische
stuurwielverwarming
inschakeling van elektrische stuurverwarming
te activeren/deactiveren.
> Er verschijnt een "A" bij de desbetref-
fende knop voor de elektrische stuurver-
warming, wanneer de automatische start
is geactiveerd.
4. Kies na activering van de functie uit de
niveaus
Laag
,
Gemiddeld
Gerelateerde informatie
Elektrische stuurverwarming* activeren en
•
deactiveren (p. 217)
218
Automatische klimaatregeling
activeren
Bij automatische klimaatregeling worden meer-
dere klimaatfuncties automatisch geregeld.
1. Open het klimaatscherm op het middendis-
play door op het symbool in het midden van
het klimaatveld te tikken.
2. Druk kort of lang op
•
•
om automatische
> De automatische klimaatregeling wordt
of
Hoog
.
AUTO Klimaat
Kort drukken - de luchtrecirculatie, aircon-
ditioning en luchtverdeling worden auto-
matisch geregeld.
Lang drukken - de luchtrecirculatie, air-
conditioning en luchtverdeling worden
automatisch geregeld, de temperatuur en
het ventilatorniveau worden gewijzigd in
de standaardinstellingen: 22 °C (72 °F)
en niveau
3
.
geactiveerd en de knop gaat branden.
N.B.
Het is mogelijk om de temperatuur en de
ventilatorstand te wijzigen zonder deactivering
van de automatische klimaatregeling. De
automatische klimaatregeling wordt gedeacti-
veerd wanneer de luchtverdeling handmatig
wordt gewijzigd of wanneer max. ontwase-
ming wordt geactiveerd.
Gerelateerde informatie
Klimaatregelingsbediening (p. 213)
•
/>
* Optie/accessoire.