installatie draadloos model (3319649)
Om correct te werken, moet de draadlo-
ze kamersensor aan de zender gekop-
peld zijn. Voorwaarde daartoe is wel dat
de apparaten op dezelfde plaats in ge-
bruik worden gesteld.
Koppeling tussen kamersensor en ont-
vanger en toewijzing van de zone
- Plaats de kamersensor in de buurt van
de ontvanger.
- Controleer of de radiosignaalontvan-
ger stroom krijgt.
- Plaats de 2 batterijen uit de set in de
kamersensor.
- Druk 5 seconden op de toets op de
ontvanger; de rode led begint te knip-
peren.
- Druk gedurende 5 seconden op de
+
toets "
" op de kamersensor (afb. 17).
Op het display verschijnt afwisselend de
softwareversie en de wijzigingsindex.
- Druk opnieuw gedurende 5 seconden
op de toets "+" om de technische para-
meters weer te geven; op het display
verschijnt de parameter "rF01" (afb. 18).
- Druk op de toets "OK" om de koppe-
lingsparameter te openen. Op het dis-
play verschijnt het aantal gekoppelde
draadloze apparaten.
- Druk gedurende 3 seconden op de
toets "OK" om de koppelingsprocedu-
re te starten.
- Zodra de koppelingsprocedure beëin-
digd is, geeft het display het bijgewerk-
te aantal gekoppelde draadloze appa-
raten weer.
De rode led van de ontvanger gaat
(Als de koppeling mislukt is, blijft de
rode led op de ontvanger branden.
Herhaal de eerder beschreven koppe-
lingsprocedure.)
OPM.: indien het nodig is om een re-
peater te gebruiken, verwijzen we naar
de desbetreffende handleiding voor de
koppelingsprocedure van de repeater.
Toewijzing van de zone
- Het display vermeldt nu automatisch
de parameter "rF02".
- Druk op de toets "OK" om de parame-
ter voor de zonetoewijzing te openen.
- Op het display wordt de eerst beschik-
bare zone vermeld.
- Druk op de toets "
wijzen zone te kiezen (afb. 5).
- Druk op de toets "OK" om te bevesti-
gen.
- Druk op de toets "MODE" om naar het
hoofdscherm terug te keren.
Afb. 17
uit.
Afb. 18
+
-
" of "
" om de toe te
x 5s
x 5s
BE - 21