Kalibreren van de hoeksensoren voor de
zijwaartse verschuiving:
De hoeksensoren moeten bij
het verwisselen van de sensoren worden gekalibreerd. De
functie dient voor het inprenten van de spanningswaarden
bij de eindposities.
• Het bereiken van de minimale en maximale
arbeidsbreedte gebeurt door op de toets te drukken
(functie is alleen actief zolang de toets [zijwaartse
verschuiving links] of [zijwaartse verschuiving rechts]
wordt ingedrukt).
De maaieenheden moeten zich daarbij in
veldtransportpositie bevinden.
• Kalibreerprocedure
- Toets [
] bedienen tot beide maaieenheden zich
aan de binnenste aanslag bevinden.
- Toets [
] bedienen tot beide maaieenheden zich
aan de buitenste aanslag bevinden.
- Toets [
] lang indrukken.
Het opslaan wordt bevestigd met een akoestisch
signaal.
Het opslaan is pas mogelijk vanaf een
verschil van >1V. Daarvoor is de toets grijs.
Wijzigen van een waarde
1. Druk op de functietoets [
wijzigen.
2 Druk op de functietoets [
wijzigen waarde heeft bereikt.
3. Wijzig de waarde met de toetsen [
tot de gewenste waarde is bereikt.
4. Druk op de functietoets [
slaan en de volgende waarde te selecteren.
5. Druk op [
] om het wijzigingsbeeldscherm te
verlaten.
Functietoetsen
... actuele waarde opslaan en naar de
volgende variabele gaan
... de waarde van de actuele variabele naar
beneden wijzigen
... de waarde van de actuele variabele naar
boven wijzigen
... naar het bovengelegen menu wisselen
(hier: Instelmenu)
1601_D-Power Control_3850
] om een waarde te
] tot de cursor de te
] en [
]
] om de waarde op te
POWER CONTROL
Cursor
- 42 -
NL