. Veiligheidsfuncties
.. Automatisch ontdooien
Bij een lage temperatuur in de ruimte kan er tijdens gebruik ijsvorming ontstaan bij
de verdamper. Het apparaat start automatisch met ontdooien en het controlelamp-
je
knippert.
•
Bij gebruik van de koelmodus of ontvochtigingsmodus merkt de sensor voor de
omgevingstemperatuur dat de temperatuur van de verdamperspoel lager is dan
-1°C. Nadat de compressor 10 minuten lang in bedrijf is geweest of de zodra de
temperatuur van de spoel is gestegen tot 7°C, wordt de koelmodus weer geacti-
veerd.
•
Wanneer het apparaat wordt gebruikt in de ontvochtigingsmodus en de tem-
peratuursensor merkt dat de temperatuur van de verdamper lager is dan 40°C
en het verschil tussen de temperatuur in het apparaat en de temperatuur in de
ruimte minder is dan 19°C, begint het apparaat na 20 minuten gedurende 5 mi-
nuten met ontdooien en knippert het controlelampje
.. Beveiliging tegen overbelasting
Bij stroomuitval wordt ter bescherming van de compressor een vertraging van 3 mi-
nuten aangehouden voordat de compressor weer wordt gestart.
.
DE
FR
NL
ES
IT
EN
107