Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Meetgrootheid En De Maateenheid Vastleggen; Btu Mode; De Btu Mode Activeren/Deactiveren - Flexim FLUXUS F704-NN Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

FLUXUS F70x
16.2.3
Een constante temperatuur invoeren
Als de inloop- of de uitlooptemperatuur bekend is en tijdens de gehele meetduur constant is, dan kan de temperatuur als
een constante waarde in de transmitter worden ingevoerd.
Opmerking!
U moet een constant temperatuur intoetsen, als de inlooptemperatuur moeilijk bijv. te meten, maar
bekend en constant is.
De temperatuuringangen worden als volgt geconfigureerd:
Procesingangen ↕
Link temperatuur
A:T-Inlaat
Vaste ingangswrd
A:T-Fluid/Uitla↕
Vaste ingangswrd
De constante waarde van de temperatuur moet aan het begin van de meting in de programmavertakking Meten ingetoetst
worden (zie paragraaf 16.4).
16.2.4

De meetgrootheid en de maateenheid vastleggen

• Kies de programmavertakking Uitgangsopties.
Uitgangsopties ↕
voor kanaal
A:
Meetgrootheid
Warmtestroom
Warmtestroom
kW
Opmerking!
De meetgrootheid Warmtestroom verschijnt alleen in de programmavertakking Uitgangsopties
van een meetkanaal in beeld, als aan dit kanaal een inloop- en een uitlooptemperatuur is toegewe-
zen.
• Als ook de warmtehoeveelheid gemeten moet worden, kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten. Druk op EN-
TER, totdat de lijstnotering Warmtehoeveelhd in beeld verschijnt.
Warmtehoeveelhd
>[J]<
[Wh]
16.3

BTU mode

De BTU mode is een speciaal op de warmteflowmeting afgestelde meetmode. In BTU mode kan de positie van de senso-
ren en de applicatie willekeurig worden toegewezen zonder dat men een omgekeerd voorteken bij de meetwaarden krijgt.
16.3.1

De BTU mode activeren/deactiveren

Druk op toets c. Toets HotCode 007025 in.
Act as BTU-meter
>UIT<
aan
Opmerking!
De BTU mode blijft actief na een hernieuwde start van de transmitter.
142
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\ Procesingangen\Link temperatuur.
Druk op ENTER.
Kies de lijstnotering Vaste ingangswrd, als de inlooptemperatuur bekend en constant
is.
Druk op ENTER.
Kies de lijstnotering Vaste ingangswrd, als de uitlooptemperatuur bekend en constant
is.
Druk op ENTER.
Herhaal de stappen voor alle meetkanalen, waarop gemeten wordt.
Kies het meetkanaal waarop de warmteflow gemeten moet worden (het kanaal, waaraan
de temperatuuringangen zijn toegewezen). Druk op ENTER.
Deze weergave verschijnt niet, als de transmitter alleen een meetkanaal heeft.
Kies Warmtestroom als meetgrootheid. Druk op ENTER.
Kies de maateenheid dat voor de warmteflow gebruikt moet worden.
Kies de maateenheid (J of Wh). Druk op ENTER.
Kies aan om de BTU mode te activeren, uit om de BTU mode te deactiveren. Druk op
ENTER.
16 Warmteflowmeting
UMFLUXUS_F7V4-6-3NL, 2023-01-01

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave