17 Ingangen
17
Ingangen
17.1
Binaire ingangen
De transmitter kan worden uitgerust met 1 of 2 binaire ingangen. Via de binaire ingangen kunnen via de afstandsbesturing
sommige functies van de transmitter worden geactiveerd (zie paragraaf 11.10).
17.2
Analoge ingangen
Er kunnen externe sensoren op de ingangen (optie) worden aangesloten om de volgende meetgrootheden te meten:
• temperatuur
• dichtheid
• druk
• kinematische viscositeit
• dynamische viscositeit
De waarden van de stroom-, spannings- en temperatuuringangen kunnen door alle meetkanalen worden gebruikt.
Aan een meetkanaal moet een ingang worden toegewezen (zie paragraaf 17.2.1 en 17.2.3) en geactiveerd worden (zie
paragraaf 17.2.4), voordat hij voor de meting en het opslaan van de meetwaarden ter beschikking staat.
SYSTEEM inst.
↕
Procesingangen
Al naar gelang de configuratie van de transmitter verschijnen er één of meer van de volgende lijstnoteringen in beeld:
Tab. 17.1: Lijstnoteringen voor Procesingangen
Lijstnotering
Functie
Link temperatuur
toewijzing van temperatuuringangen aan de meetkanalen
toewijzing van andere ingangen aan de meetkanalen
Link andr.ingang
PT100/PT1000
een temperatuursensor kiezen
terug naar het vorige menupunt
...go back
17.2.1
Toewijzing van de temperatuuringangen aan de meetkanalen
Voor het toewijzen van de temperatuuringangen bij de warmteflowmeting zie hoofdstuk 16.
SYSTEEM inst.
↕
Procesingangen
Procesingangen ↕
Link temperatuur
A:T-Fluid/Uitla↕
Ingang T1
Toets de lijstnoteringen T(3) en T(4) in, als naast de mediumtemperatuur extra temperatuurwaarden gemeten en opge-
slagen moeten worden. Deze extra temperatuurwaarden worden niet gebruikt voor het berekenen van de gekozen meet-
grootheid.
Herhaal de stappen bij de andere geactiveerde kanalen.
Druk na elke invoer op ENTER.
Opmerking!
De configuratie van een meetkanaal wordt opgeslagen, als het volgende kanaal gekozen wordt. De
configuratiedialoog voor een kanaal moet volledig afgewerkt zijn, zodat de wijzigingen opgeslagen
worden.
UMFLUXUS_F7V4-6-3NL, 2023-01-01
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesingangen.
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesingangen. Druk op ENTER.
Kies de lijstnotering Link
Fluid/Uitla in beeld verschijnt.
• Kies de temperatuuringang, die als mediumtemperatuur aan het meetkanaal A toegewe-
zen moet worden. De temperatuurwaarde wordt voor de berekening van de gekozen
meetgrootheid gebruikt.
• Kies de lijstnotering Vaste ingangswrd als de temperatuur vóór de meting handmatig
ingetoetst moet worden.
• Kies de lijstnotering Geen meten als er geen temperatuur aan het meetkanaal A toege-
wezen moet worden.
Druk op ENTER.
temperatuur. Druk op ENTER totdat de lijstnotering T-
FLUXUS F70x
147