Inhoudsopgave
Advertenties
PZS-2.2
3.4. Aansluiting van stopdiodes
Om te voorkomen dat de treinen voorbij het einde van de sporen in de eindstations rijden, is
het aan te raden om extra stopdiodes in de sporen te installeren.
Sluit de diodes (bijvoorbeeld Si diodes voor algemeen gebruik 1N400x, x=2...7) aan volgens de
tekeningen. Ontwerp het scheidingspunt zo dat alle stroomafnemers die de motor aandrijven het
scheidingspunt gepasseerd zijn voordat de trein het einde van het spoor bereikt.
Modelbaan
volgens
NEM 631
3.5. De wissel aansluiten
Wissel met dubbele
spoelaandrijving
Motor aangedreven
wissel
18 | De pendeltreinsturing aansluiten
Modelbaan
afwijkend van
NEM 631
Als je eindstation A ontwerpt met
twee sporen, sluit dan
een wissel met dubbele
spoelaandrijving aan op
aansluitingen 4, 5 en 6 of
een motor aangedreven wissel aan
op aansluitingen 4 en 6.
Een wissel met servoaandrijving is
niet geschikt.
!
Controleer de stand
van de wissel!
Controleer bij de eerste
ingebruikname of de wissel goed is
ingesteld. Een LED op de printplaat
geeft aan welk van de twee sporen
is ingeschakeld voor het uitrijden
van een locomotief. Verwissel
indien nodig de wisselaansluitingen
4 en 6.
Je kunt armseinen met dubbele
spoelaandrijving voor beide sporen
parallel aan de wissels aansluiten.
De wissels (en het vleugelsein)
worden gevoed door de PZS-2.2.
tams elektronik
Advertenties
Inhoudsopgave
