Inhoudsopgave
Advertenties
PZS-2.2
4.2.3. Programmeerstap 1: Instellen van de maximale snelheid
Jumper op pinstrip 3
Pendelbedrijf met twee locomotieven:
Na het inschakelen van de PZS-2.2 rijden
de twee locomotieven afwisselend.
4.2.4. Een locomotief selecteren voor programmeerstappen 2 t/m 4
Als beide locomotieven zich in eindstation A bevinden wanneer de pendeltreinsturing wordt
ingeschakeld, start de (blauwe) locomotief van spoor 2 (aansluiting 8 van de PZS-2.2) altijd
het pendelbedrijf. Na het opslaan van de instellingen voor de blauwe locomotief, start
automatisch het pendelbedrijf met de rode locomotief zodat de instellingen voor deze
locomotief vervolgens kunnen worden gewijzigd en opgeslagen.
Als de programmeerstappen 2, 3 of 4 alleen moeten worden uitgevoerd voor de (rode)
locomotief vanaf spoor 1 (aansluiting 9 van de PZS-2.2), moet je de (rode) locomotief buiten
eindstation A hersporen voordat je de pendeltreinsturing inschakelt. Na het inschakelen van
de PZS-2.2 zal de (rode) locomotief de pendelrit beginnen. Na het opslaan van de instellingen
voor de rode locomotief, begint het pendelbedrijf met de blauwe locomotief automatisch. Als
je de instellingen voor de blauwe loc niet wilt wijzigen, schakel dan de PZS-2.2 uit zonder
eerst op te slaan.
24 | Instellingen en bediening
Instellen van de maximumsnelheid:
Locomotief 1 (start vanaf spoor 1):
trimpotentiometer 1
Locomotief 2 (start vanaf spoor 2):
trimpotentiometer 2
Om op te slaan, sluit je de "Stop" ingang aan op
aarde totdat de LEDs afwisselend knipperen!
Opslaan bij het werken met twee locomotieven:
Om de instellingen voor één locomotief op te
slaan, moet de "Stop" ingang met massa
verbonden zijn zolang de locomotief zich op de
pendel lijn bevindt!
tams elektronik
Pendelbedrijf starten
met de (blauwe)
locomotief vanaf
spoor 2 voor
programmeerstappen
2 t/m 4
Pendelbedrijf starten
met de (rode)
locomotief vanaf
spoor 1 voor
programmeerstappen
2 t/m 4
Advertenties
Inhoudsopgave
