3. Installatievereisten
3.1 Installatiediepten
De maximale installatiediepte onder het statische
waterniveau is 150 meter.
Zie de paragraaf over de leidingaansluitingen.
Minimale installatiediepte onder het dynamische
waterniveau:
•
Verticale opstelling: bij het inschakelen en
tijdens bedrijf moet de pomp altijd compleet
ondergedompeld zijn in water.
•
Horizontale opstelling: de pomp moet ten minste
0,5 meter onder het dynamische waterniveau
worden geïnstalleerd en draaien.
•
Monteer een flowsleeve als het risico bestaat dat
de pomp onder modder gaat komen te zitten.
B
A
Installatiediepte
Het dynamische waterniveau moet zich boven de
pomp bevinden.
6
D
E
C
Pos.
Beschrijving
A
Dynamisch waterniveau
B
Statisch waterniveau
C
Putdiameter: min. 76 mm
D
Verlaging van het waterniveau
Installatiediepte onder statisch
E
waterniveau
3.2 Positievereisten
Zorg ervoor dat de pomp zich niet onder het
horizontale vlak bevindt.
Positievereisten voor de pomp
Pos. Beschrijving
1
Toegestaan
2
Niet toegestaan
Gerelateerde informatie
3.1 Installatiediepten
3.3 Voorbereiding van de put
Als de pomp in een put wordt geïnstalleerd, verwijder
dan zand en olie uit de put, want geen enkele
pomp is bestand tegen het constant verpompen van
zanderig water.
3.4 Vereisten voor te verpompen vloeistof
Het water mag niet meer dan 50 g/m
Een groter zandgehalte zal de levensduur van de
pomp verkorten en deze doen blokkeren.
Neem contact op met Grundfos voordat u
vloeistoffen met een hogere viscositeit dan
water verpompt.
1
2
3
zand bevatten.