3.7 Overdruk in put
Om overdruk te voorkomen, installeert u een overdrukklep stroomafwaarts van de boorput. Het setpoint van de
overdrukklep moet ten minste 30 psi boven de drukinstelling liggen.
Als er een overdrukklep is geïnstalleerd, zorg dan dat deze is aangesloten op een geschikt afvoerpunt.
Aan de hand van P
en Q
min
van de drukschakelaar vinden in de onderstaande richtlijntabel:
Voorbeeld
P
= 35 m opvoerhoogte, Q
min
Op basis van deze informatie kunnen de volgende waarden worden gevonden in de tabel:
Inhoud membraanvat = 33 liter.
P
=
pre
P
=
cut-in
P
=
cut-out
P
min
0,6 0,8 1 1,2 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8
[m]
25
8
8
18 18 18 18 24 33 33 50 50 50 50 80 80 80 80 80
30
8
8
18 18 18 24 33 33 50 50 50 50 80 80 80 80 80 80
35
8 18 18 18 18 24 33 33 50 50 50 80 80 80 80 80 80
40
8 18 18 18 18 24 33 50 50 50 80 80 80 80 80 80
45
8 18 18 18 24 33 33 50 50 50 80 80 80 80 80
50
8 18 18 18 24 33 50 50 50 80 80 80 80 80
55
18 18 18 18 24 33 50 50 50 80 80 80 80
60
18 18 18 18 24 33 50 50 80 80 80 80
65
18 18 18 24 24 33 50 50 80 80 80 80
1 m opvoerhoogte = 0,098 bar.
kunt u de minimale inhoud van het membraanvat, de voordruk en de instellingen
max
3
= 2,5 m
/u.
max
31,5 m opvoerhoogte
36 m opvoerhoogte
50 m opvoerhoogte
3
Q
[m
/u]
max
Inhoud membraanvat [liter]
P
P
P
pre
cut-in
cut-out
8,5
[m]
[m]
[m]
80
22,5
26
40
27
31
45
31,5
36
50
36
41
55
40,5
46
60
45
51
65
49,5
56
70
54
61
75
58,5
66
80
9