3.9
De patiënt voorbereiden op het testen
Voorafgaand aan het onderzoek dient een otoscopisch onderzoek van de gehoorgangen van de patiënt
uitgevoerd te worden. Te veel cerumen of vernix in de gehoorgangen kan de test verstoren en ongeldige of
onvolledige resultaten opleveren. Verwijs patiënten met te veel cerumen, vuil of vreemde voorwerpen in de
gehoorgang door naar een audioloog of arts om de verstopping voorafgaand aan het onderzoek te laten
verwijderen.
3.9.1
Testen bij volwassenen of oudere kinderen
Zorg dat de patiënt zodanig zit dat u gemakkelijk toegang hebt tot de gehoorgang. Gebruik de klem op de
kabel van de microsonde om deze aan kleding of beddengoed vast te maken. De patiënt moet rustig en stil
blijven terwijl de test wordt uitgevoerd.
Trek tijdens het inbrengen van de sonde zachtjes op en neer aan het buitenoor om de gehoorgang recht te
trekken en om ervoor te zorgen dat de sonde goed zit.
3.9.2
Testen bij baby's
Bij het testen van baby's. Zorg dat ze relatief rustig en kalm zijn. Bij voorkeur slaapt de baby. Er kan tijdens
de test een speen worden gebruikt om het kind te kalmeren. Het zuigen op de spenen maakt zal de test
echter rumoeriger, waardoor de kans op een Refer-resultaat groter is.
Trek tijdens het inbrengende van de sonde zachtjes op en neer aan het buitenoor om de gehoorgang recht
te trekken.
3.9.3
Testomgeving en geluidsbronnen
Oto-akoestische emissies zijn geluiden van zeer lage niveaus. Elk geluid in de gehoorgang op het moment
van testen kan deze emissie maskeren. Dit geluid kan afkomstig zijn uit diverse bronnen.
De grootste geluidsbron is meestal de patiënt zelf. Dit is biologische ruis, zoals bewegingen, hoesten,
zuigen, huilen, praten, enz. De patiënt moet rustig zijn, mag zich niet bewegen en mag niet praten. Ook
omgevingsgeluiden in de testomgeving kunnen tijdens de test een grote bron van geluid zijn. Een goed
afgedicht oordopje kan een groot deel van dit geluid blokkeren, maar we raden aan om de test in een relatief
rustige omgeving uit te voeren.
Wanneer het geluidsniveau hoger is dan de ruisonderdrukkingslimiet van het instrument, dan gaat het rode
NOISE-lampje branden. Het is gebruikelijk dat het NOISE-lampje tijdens het testen gaat branden. Het licht
brandt sporadisch als het geluidsniveau in de gehoorgang laag is en vaker als het geluidsniveau in de
gehoorgang hoog is.
Bij TEOAE-protocollen wordt de test gepauzeerd als het geluidsniveau de limiet voor ruisonderdrukking
overschrijdt. Deze pauze wordt aangegeven doordat de Noise-, Test- en Ready-lampjes tegelijkertijd gaan
branden. Het testen wordt automatisch
hervat zodra het geluidsniveau afneemt. De totale pauzetijd bedraagt niet meer dan 30 seconden.
D-0118189-D – 2023/03
OtoRead™ - Gebruiksaanwijzing - NL
Pagina 23