Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regeling Temp. Verschil; Ventilatie; Uitbreidingsmodule Voor Sensor-/Werkingtest Selecteren; Vloerdroogfunctie Activeren - Vaillant multiMATIC VRC 700/5 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7.13

Regeling temp. verschil

7.13.1 Inschakelverschil voor tweede
temperatuurverschilregeling vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [Re-
geling temp. verschil ----] → Inschakelverschil
Met deze functie kunt u een verschilwaarde voor de start
van een temperatuurverschilregeling, zoals een zonne-
ondersteuning, vastleggen.
Als het verschil tussen temperatuurverschilvoeler 1 en tem-
peratuurverschilvoeler 2 het ingestelde inschakelverschil en
de minimale temperatuur op de temperatuurverschilvoeler 1
overschrijdt, dan stuurt de thermostaat de temperatuurver-
schiluitgang. De temperatuurverschilregeling start.
7.13.2 Uitschakelverschil voor tweede
temperatuurverschilregeling vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [Re-
geling temp. verschil ----] → Uitschakelverschil
Met deze functie kunt u een verschilwaarde voor de stop
van een temperatuurverschilregeling, zoals een zonne-
ondersteuning, vastleggen.
Als het verschil tussen temperatuurverschilvoeler 1 en tem-
peratuurverschilvoeler 2 het ingestelde uitschakelverschil
onderschrijdt of de maximale temperatuur op de tempera-
tuurverschilvoeler 2 overschrijdt, dan stuurt de thermostaat
de temperatuurverschiluitgang. De temperatuurverschilrege-
ling stopt.

7.13.3 Minimale temperatuur instellen

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [Re-
geling temp. verschil ----] → Min. tempratuur
Met deze functie kunt u de minimale temperatuur instel-
len, om de temperatuurverschilregeling te starten.
Inschakelverschil voor tweede temperatuurverschilregeling
vastleggen (→ Pagina 21)

7.13.4 Maximale temperatuur instellen

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [Re-
geling temp. verschil ----] → Max. temperatuur
Met deze functie kunt u de maximale temperatuur instel-
len, om de temperatuurverschilregeling te stoppen.
Uitschakelverschil voor tweede temperatuurverschilregeling
vastleggen (→ Pagina 21)
7.13.5 Waarde van de temperatuurverschilvoeler 1
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [Re-
geling temp. verschil ----] → Voeler TD1
Met deze functie kunt u de actuele meetwaarde van de
temperatuurverschilvoeler 1 (TD1) aflezen.
7.13.6 Waarde van de temperatuurverschilvoeler 2
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [Re-
geling temp. verschil ----] → Voeler TD2
Met deze functie kunt u de actuele meetwaarde van de
temperatuurverschilvoeler 2 (TD2) aflezen.
0020255078_00 multiMATIC Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 7
7.13.7 Status van de temperatuurverschilregeling
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [Re-
geling temp. verschil ----] → Uitgang TD
Met deze functie kunt u de status van de temperatuurver-
schilregeling aflezen.
7.14

Ventilatie

7.14.1 Luchtkwaliteitsvoeler aflezen

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Ventilatie ----] → Luchtkwal.voeler 1/2
Met deze functie kunt u de meetwaarden van de lucht-
kwaliteitsvoelers aflezen.
7.14.2 Maximumwaarde voor luchtkwaliteitsvoeler
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Ventilatie ----] → Max. luchtkwaliteitv.
Met deze functie kunt u een maximumwaarde voor de
luchtkwaliteit instellen.
Als de luchtkwaliteit de opgegeven maximumwaarde
overschrijdt, dan stuurt de thermostaat het ventilatietoestel
recoVAIR.../4 aan. De precieze functiebeschrijving vindt u in
de handleiding van de recoVAIR.../4.
7.15
Uitbreidingsmodule voor sensor-
/werkingtest selecteren
Menu → Installateurniveau → Sensor-/actortest → [Keuze
toestel]
Met de functie kunt u een aangesloten uitbreidingsmo-
dule voor de sensor-/werkingstest selecteren. De ther-
mostaat somt de actoren en sensoren van de gekozen
uitbreidingsmodule op. Als u de keuze van een actor met
OK bevestigt, dan schakelt de thermostaat het relais in.
De actor kan op zijn werking gecontroleerd worden. Al-
leen de aangestuurde actor is actief, alle andere actoren
zijn gedurende deze tijd "uitgeschakeld".
U kunt bijv. een mengklep in richting OPEN laten lopen en
controleren of de mengklep juist aangesloten is of een pomp
aansturen en controleren of de pomp opstart. Als u een sen-
sor selecteert, geeft de thermostaat de meetwaarde van de
gekozen sensor weer. Lees de meetwaarden van de sen-
soren voor het gekozen component af en controleer of de
verschillende sensoren de verwachte waarden (temperatuur,
druk, doorstroming ...) leveren.
7.16

Vloerdroogfunctie activeren

Aanwijzing
Alle warmtepompen, behalve de hybride warmte-
pomp, worden gebruikt voor vloerdrogen.
Menu → Installateurniveau → Vloerdroogfunctie → CV-
CIRC1
Met deze functie kunt u een pas gelegde afwerklaag vol-
gens de bouwvoorschriften volgens een vastgelegd tijds-
en temperatuurplan "droogstoken".
Als de vloerdroogfunctie geactiveerd is, dan zijn alle geko-
zen modi onderbroken. De thermostaat regelt de aanvoer-
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave