INHOUDSOPGAVE Conformiteitsverklaringen Waarschuwingen Algemene beschrijving Schema van de belangrijkste onderdelen Karakteristieken Afmetingen Technische kenmerken ketels en SWW-eenheden Reglementeringen voor de installatie Algemene aanbevelingen m.b.t. de installatie Plaatsing Minimale vrije ruimten (mm) Neerzetten van de ketel Montage van de ketel / SWW-eenheid Verandering van de positie van het bedieningspaneel (met SWW-eenheden 160 SLV - 200 SSL - 220 SHL) Aansluiting aan de gasleiding...
WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN: specifiek voor de ketels met "concentrische luchtpijp" (concentrische rookgasafvoer- /luchtaanzuigbuizen) 1 de werking ervan is onderworpen aan een strikte definitie van de rookgasafvoer-/luchtaanzuigbuizen waarvoor de ketel gehomologeerd werd. 2 de verbrandingslucht wordt aangezogen rond de rookgasafvoerbuis waardoor deze gekoeld wordt. De aldus gevormde condensaten moeten afgevoerd worden naar de huisriolering door in een de ketel ingebouwde voorziening die uitgerust is met een sifon.
Condensatiegasketels met een brander met voormenging en geringe tot heel geringe uitstoot van verontreinigende stoffen. Zorgt voor de verwarming (versie alleen verwarmen): - met productie van sanitair warm water (met HL - SL-SWW-eenheid). - met bijverwarming voor de productie van sanitair warm water (met zonneboiler SHL - SSL) 5.
REGLEMENTERINGEN VOOR DE INSTALLATIE De onderstaande opmerkingen en technische instructies zijn bedoeld voor de installateurs om ze in staat te stellen om een perfecte installatie uit te voeren. De instructies betreffende het gebruik van de ketel zijn vermeld in de gebruikershandleiding. De installatie en het onderhoud van het toestel moeten uitgevoerd worden door een vakman conform de reglementaire teksten en de regels van de kunst die van kracht zijn, met name: ...
PLAATSING • Sokkel: de verwarmingsketel is voorzien om direct op de vloer van de stookplaats geïnstalleerd te worden. Een betonnen sokkel is alleen vereist om te grote hoogteverschillen te corrigeren, of om de basis van een vochtige of instabiele vloer te isoleren. •...
Montage van de ketel / SWW-eenheid • Breng de SWW-eenheid aan (zie de technische instructie van de SWW-eenheid); • Verwijder de verwarmingsketel (zie hoofdstuk 8.2); ➊ • Plaats de ketel op de SWW-eenheid • Breng de 2 schroeven (geleverd in het zakje met toebehoren) vooraan aan om de verwarmingsketel op ➋...
Aansluiting aan de gasleiding • De gastoevoer gebeurt achteraan de ketel. • Het gasgedeelte wordt gevoed via een gasaansluiting met buitendraad G1/2". • Wij raden aan alvorens de ketel aan te sluiten om de leidingen leeg te blazen om vreemde lichamen te verwijderen die bij het openen van de gastoevoer binnen in de regelorganen terecht kunnen komen en de werking ervan in het gedrang brengen.
Aansluitschema van het verwarmingscircuit (één enkel verwarmingscircuit) (zie de technische instructie "regeling" voor de configuratie) Noot: Als er slechts een circuit is (radiatoren of vloerverwarming) voer dan de "rechtstreekse" aansluiting uit (= met radiatoren). Direct circuit Afvoer op driewegafsluiter 8.10 Hydraulisch schema met optie inbouwkit 2e circuit (zie de technische instructie "regeling"...
ROOKGASAFVOER-/LUCHTAANZUIGBUIZEN Installatie van de rookgasafvoer-/luchtaanzuigbuizen Soepele buis Stijve buis (oplossing mogelijk (oplossing mogelijk met met soepele buis) stijve buis) • De verwarmingsketel kan gemakkelijk en soepel geïnstalleerd worden dankzij het meegeleverde toebehoren dat we hieronder beschrijven. Standaard is de verwarmingsketel voorzien om te worden aangesloten op een rookgasafvoer-/luchtaanzuigbuis van het coaxiale type - verticaal of horizontaal.
Installatie met verticale concentrische buizen C L max = L max = L max = 10 m Ø 60/100 mm 9 m Ø 60/100 mm 17 8 m Ø 60/100 mm 16 18 m Ø 80/125 mm m Ø 80/125 mm m Ø...
10 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN - REGELING Vooraleer enige interventie te doen op de verwarmingsketel, moet u de elektrische voeding van het toestel onderbreken. De "AAN/UIT"-schakelaar op het front onderbreekt de netspanning tussen de aansluitklemmen 1 en 2 niet. Wanneer de schakelaar uitgeschakeld is, dient u te controleren of er geen spanning meer staat tussen de aansluitklemmen 5 en 6.
Pagina 21
Aansluiting van de ACI-kaart Aansluiting van de voeding (polariteit Aansluiting van de d.m.v. de voorziene fase-nulleider respecteren) buitenvoeler (meegeleverd) op connector (versie met L = fase (bruin) de aansluitklemmen 9-10 SWW-eenheid) N = nulleider (blauw) = aarde (geel/groen) Voeding Connector in afwachting van verdere aansluiting in het bedieningspaneel...
11 INDIENSTSTELLING 11.1 Voorbereiding van de indienststelling: • Controleer of het geleverde gastype overeenkomt met de gegevens op het kenplaatje van de ketel (de verwarmingsketel is in leveringstoestand afgeregeld voor aardgas G20 - G25. Voor het gebruik van propaan G31 zie hoofdstuk 11.5);...
11.3 Controle van de verbranding Deze verwarmingsketel is uitgerust met een "GAC"-voorziening die de verbranding en de werking van het gasgedeelte permanent controleert. Deze voorziening vergt geen enkele regeling van het gasgedeelte. In leveringstoestand is de verwarmingsketel afgeregeld voor aardgas G 20 - G 25 Activeer de functie "vegen"...
11.4 Controle van de gastoevoer Meetaansluiting gasdruk in de voedingsleiding Pout Meetaansluiting gasdruk in de brander 11.5 Procedure voor het veranderen van gassoort Deze bewerking mag uitsluitend door Baxi Belgium NV worden uitgevoerd. Deze ketel kan werken op aardgas (G20 – G25) of op propaan (G31). 12 REGEL- EN VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Dit toestel is ontworpen conform de Europese normen en richtlijnen en is meer bepaald uitgerust met volgende elementen:...
Pagina 25
• Antiblokkeersysteem voor de circulatiepomp Als geen enkele aanvraag tot verwarming of tot productie van sanitair warm water ontvangen wordt gedurende 24 uur, start de circulatiepomp automatisch gedurende 10 seconden om blokkering ervan te vermijden. • Antiblokkeersysteem van de driewegafsluiter Als geen enkele verwarmingsaanvraag wordt ontvangen gedurende 24 uur, voert de driewegafsluiter automatisch een volledige bedieningscyclus uit.
13 VERZORGING EN ONDERHOUD Wij vestigen uw aandacht op het feit dat een jaarlijks onderhoud verplicht is. De onderhoudswerkzaamheden moeten door een vakman gedaan worden. 13.1 Algemene controles • Controleer het gastoevoercircuit van de ketel; • Controleer het uitzicht van de vlam. 13.2 Onderhoudspositie van het bedieningspaneel ➊...
13.3 Controle Periodieke controle • Controleer de waterdruk in de installatie met de manometer (minstens 1 bar in koude toestand). Pmax in koude toestand 1,5 bar, 2 bar in warme toestand. • Vergewis u van de waterinhoud door te ontluchten: normaal gezien moet slechts zelden water toegevoegd worden; als u dit toch geregeld moet doen, dan is er wellicht een lek dat u zou moeten opsporen.
13.4 Verhelpen van storingen Als het CO -gehalte buiten het voorziene bereik valt, moet de ionisatiestroom gecontroleerd worden. Deze informatie is in de regeling beschikbaar. Ga als volgt te werk om deze waarde af te lezen: - Druk op de toets - Druk tegelijkertijd op de toetsen A en C gedurende minstens 6 seconden B Ga naar het menu "installateur"...
13.4 Onderhoud Voor elke interventie moet de elektrische voeding via de hoofdwandschakelaar onderbroken worden en de gastoevoer naar het gasgedeelte dichtgedraaid worden. De ketel en de brander moeten minstens een keer per jaar of om de 1500 bedrijfsuren een algemene controle en onderhoud ondergaan.
14.4 Mantel Mantel Pos. Benaming Code Datum Datum begin einde Zijpaneel links uitgerust S508661 • • Zijpaneel rechts uitgerust S508662 • • Bovenpaneel S144666JJ • • Front H 555 S144646 • • Haak van voorpaneel i S144710 • • Zakje met schroefwerk S508620 •...