Pagina 1
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud Gasventilatorbrander Eentrapswerking CODE MODEL TYPE 3755119 RIELLO 40 GS3 551T1 20146116 (4) - 07/2022...
Pagina 2
Vertaling van de originele aanwijzingen...
Pagina 3
Inhoud Algemene informatie en waarschuwingen..........................3 Informatie over de handleiding ............................ 3 1.1.1 Inleiding ..................................3 1.1.2 Algemeen gevaar ................................ 3 1.1.3 Andere symbolen ................................ 3 1.1.4 Levering van de inrichting en van de handleiding ....................... 4 Waarborg en aansprakelijkheid........................... 4 Veiligheid en preventie ................................
Pagina 4
Inhoud 4.13.16 Storing van voedingsfrequentie ..........................24 4.13.17 Storing interne spanning ............................24 4.13.18 Controle motor ventilator............................24 4.13.19 Controle van de storingen van het gasventiel en van de motor .................25 4.13.20 Controle EEprom ...............................25 4.13.21 Ionisatiestroom................................25 4.13.22 Naventilatie ................................25 4.13.23 Continue ventilatie ..............................25 4.13.24 Historie van de vergrendelingen ..........................26 4.13.25 Memorisering van de werkingsparameters van de brander ..................26 4.13.26 Toegestane lengte van de externe aansluitingen van de brander ................26...
Pagina 5
Algemene informatie en waarschuwingen Algemene informatie en waarschuwingen Informatie over de handleiding 1.1.1 Inleiding OPGELET ORGANEN IN BEWEGING De handleiding die samen met de brander geleverd wordt: Dit symbool geeft aanduidingen om te voorkomen is een wezenlijk en essentieel onderdeel van het product en dat ledematen mechanische organen in beweging moet er altijd bij blijven;...
Pagina 6
Algemene informatie en waarschuwingen 1.1.4 Levering van de inrichting en van de De leverancier van de inrichting licht de gebruiker zorgvuldig in over het volgende: handleiding – het gebruik van de inrichting, Wanneer de inrichting geleverd wordt, is het volgende nodig: –...
Pagina 7
Veiligheid en preventie Veiligheid en preventie Achtergrond De branders werden ontworpen en gebouwd conform de van het type en de druk van de brandstof, de spanning en de frequen- kracht zijnde normen en richtlijnen, waarbij de gekende techni- tie van de stroomtoevoer, de minimum en maximum debieten sche veiligheidsregels toegepast en alle potentiële gevaarlijke si- waarop de brander geregeld is, de drukregeling van de verbran- tuaties voorzien werden.
Pagina 8
1/230/50 BASISOMSCHRIJVING UITGEBREIDE OMSCHRIJVING Beschikbare modellen Omschrijving Spanning Code RIELLO 40 GS3 1/230/50 3755119 Tab. A Categorieën van de brander - Landen van bestemming Land van bestemming Categorie gas SE - FI - AT - GR - DK - ES - GB - IT - IE - PT - IS - CH - NO 2ELL (43,46 ÷...
Pagina 9
Technische beschrijving van de brander Technische gegevens Model RIELLO 40 GS3 Type 551T1 11 35 Thermisch vermogen (Hi) min - max 9.500 30.000 kcal/u Cal. ond.w. 8 12 kWu/m – 7.000 10.340 kcal/m Brandstof Familie 2 Druk: min. 10 mbar – max. 200 mbar Cal.ond.w.
Pagina 10
Technische beschrijving van de brander Werkingsveld Het vermogen van de brander moet gekozen worden binnen het Het werkingsveld (Afb. 2) is berekend bij een om- gebied van het diagram (Afb. 2). gevingstemperatuur van 20 °C, een luchtdruk van 1013 mbar (ongeveer 0 m boven de zeespiegel) en met de branderkop afgesteld zoals aangege- OPGELET ven op pag.
Pagina 11
Technische beschrijving van de brander Beschrijving van de brander 20065193 Afb. 4 Luchtkleppen 11 Actuator Blokkeerschroef luchtklep 12 Flens Drukafnamepunt (-) 13 Drukafnamepunt (+) Schroef voor bevestiging kap 14 Branderkop Luchtdrukschakelaar 15 Elektrode-sonde Motor 16 Kniestuk voor gasstraat Vergrendelingsignalisatie met ontgrendelingsknop De draadleider en de bevestigingsschroef van de Controledoos kap die worden bijgeleverd, moeten aan dezelfde...
Pagina 12
Technische beschrijving van de brander 3.10 Elektrische controledoos De controledoos is een controlesysteem van branders met aan- Om de controledoos te installeren, als volgt te werk gaan: geblazen lucht, voor intermitterende werking (minstens 1 gecon- draai de schroef A) vast met een aanhaalmoment van troleerde uitschakeling elke 24 uren).
Pagina 13
Technische beschrijving van de brander 3.11 Actuator Belangrijke aantekeningen Het valt aan te raden om onderstaande voor- schriften te volgen om ongevallen, schade aan voorwerpen of omgeving te voorkomen! OPGELET Open, wijzig of forceer de actuatoren niet. Alle werkzaamheden (voor montage, installatie en hulp, enz.) moeten door gekwalificeerd personeel uitgevoerd wor- den.
Pagina 14
Installatie Installatie Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie Maak eerst de ruimte rond de zone waar de brander geïnstalleerd De installatie van de brander moet uitgevoerd wordt zorgvuldig schoon, zorg voor een correcte verlichting van worden door bevoegd personeel volgens de uitleg de omgeving en voer dan de installatiewerkzaamheden uit.
Pagina 15
Installatie Voorafgaande controles 4.4.1 Controle inhoud Als het plaatje van de brander geschonden of ver- wijderd wordt of ontbreekt of op een andere wijze Nadat de verpakking verwijderd werd, moet de in- niet in orde is, kan de brander niet met zekerheid tegriteit van de inhoud gecontroleerd worden.
Pagina 16
Installatie Bevestiging van de brander op de ketel Voorzie een geschikt systeem om de brander te heffen. Scheid de branderkop van de rest van de brander, door de moer 1) en de groep A)(Afb. 9) te verwijderen. Bevestig de groep B)(Afb. 9) op de plaat 2) van de ketel, en voorzie de bijgeleverde afdichting 3).
Pagina 17
Installatie Stand sonde-elektrode Draai niet aan de ontstekingselektrode, laat ze in Plaats het keramiek van de elektrode A) tegen de de stand zoals aangeduid in Afb. 12. spiraal B)(Afb. 12). Indien de elektrode te dicht bij de ionisatiesonde OPGELET OPGELET komt, kan ze de versterker van de controledoos beschadigen.
Pagina 18
Installatie 4.10 Gastoevoer Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken De installatie van de toevoerleiding van de brand- in aanwezigheid van een ontvlambare bron. stof moet uitgevoerd worden door bevoegd perso- neel, volgens de uitleg in deze handleiding en Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvin- conform de van kracht zijnde normen en wetsbe- OPGELET gen, vonken, warmte.
Pagina 19
Installatie 4.10.3 Installatie gasstraat Onderbreek de stroomtoevoer met de hoofdscha- kelaar van de inrichting. GEVAAR Controleer of geen gaslekken aanwezig zijn. Let op voor de beweging van de gasstraat: gevaar op beknelling van ledematen. 20065208 Controleer of de gasstraat correct geïnstalleerd is Afb.
Pagina 20
Installatie 4.11 Elektrische aansluitingen 4.11.1 Aantekeningen over de veiligheid voor de elektriciteitsaansluitingen De elektriciteitsaansluitingen moeten worden uitgevoerd als er geen elektrische voeding is. De elektriciteitsaansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens de normen die van kracht zijn in het land van bestemming, door gekwalificeerd personeel.
Pagina 22
Installatie 4.12 Werkingsprogramma Normale werking Vergrendeling veroorzaakt door de aanwezigheid van 20147598 vreemd licht tijdens de fase van de voorventilatie VOEDING 20147599 VOEDING t s m t s m Knippering groen Knippering oranje Groen Groen L E D Geen vlam tijdens de werking Knippering oranje Knippering groen, rood...
Pagina 23
Installatie 4.13 Tabel van de tijden Symbool Beschrijving Waarde (sec.) Stand-by: de brander wacht op verzoek om warmte, de sluiting van de gasdrukschakelaar, de ope- ning van de luchtdrukschakelaar Wachttijd voor signaal in input: reactietijd, de controledoos blijft in de staat van wachten voor een tijdsduur t1 Aanwezigheid van de vlam of simulatie van de vlam voordat er hitte wordt aangevraagd: de contro- ledoos blijft stil staan.
Pagina 24
Installatie 4.13.2 Diagnosefunctie storingen - vergrendelingen Kleur van de Beschrijving van de storing Seconden Kleurcode ontgrendelingsknop GROEN, ROOD Vreemd licht of aanwezigheid signaal parasietvlam knippering afwisselend Storing gebrek aan sluiting van de gasdrukschakelaar of ORANJE open contact van de elektrische luchtklep-opener SM, 2 knippering omgekeerd minuten na het verzoek om warmte ORANJE...
Pagina 25
Installatie 4.13.3 Controle van de gasdrukschakelaar van de herhalingen” op pag. 23) en het aantal mogelijke ontgrendelingen (zie paragraaf “Externe vergrendelingssignalering Wanneer de gasdrukschakelaar is geopend, is de motor niet gevoed. (S3)” op pag. 24) hersteld. Na verzoek om warmte wordt de gasdrukschakelaar geopend en de motor gestopt, en: 4.13.6 Intermitterende werking...
Pagina 26
Installatie 4.13.9 Tijdsduur ontlading ontstekingstransformator 4.13.15 Controle van de voedingsspanning De ontsteking is aanwezig gedurende de ganse veiligheidstijd. De controledoos detecteert automatisch de netspanning. Als de netspanning ongeveer 170V is of meer bedraagt dan In geval van een continue hercycli of aangesloten ongeveer 280V, wordt de brander stilgelegd, wordt de verzoeken om warmte mogen de herhalingen van werkcyclus onderbroken en in stand-by gesteld, en wordt de...
Pagina 27
Installatie 4.13.19 Controle van de storingen van het gasventiel 4.13.22 Naventilatie en van de motor De naventilatie is de functie die er voor zorgt dat de ventilatie van de lucht ook wordt voorzien wanneer de brander is uitgeschakeld De controledoos detecteert de aanwezigheid van storingen aan bij afwezigheid van verzoek om warmte gedurende een bepaalde de bedieningen van de kleppen en van de motor, de storing wordt tijd.
Pagina 28
Installatie 4.13.24 Historie van de vergrendelingen 4.13.26 Toegestane lengte van de externe aansluitingen van de brander De controledoos staat de memorisering van het type en het aan- tal vergrendelingen toe, en bewaart ze wanneer de stroomtoe- Toegestan voer ontbreekt. e maximum Uitgaande kabels brander Identificatie Dankzij de historie van de vergrendelingen kunnen de laatste 10...
Pagina 29
Installatie 4.14 Menu programmering 4.14.1 Algemeen Het menu van de programmering kan bereikt worden via de ge- Indien het aantal drukken op de ontgrendelingsknop het toege- ëntegreerde ontgrendelingsknop of via de ontgrendeling op af- stane maximum aantal overschrijdt, blijft de maximumwaarde in stand tijdens de WERKING en in STAND-BY.
Pagina 30
Installatie 4.14.3 Test van uitschakeling na de daaropvolgende verzoek om warmte vanwege de thermostaat (HT) Sequentie voor test van uitschakeling na de activering van een test van de uitschakeling Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en in na het doven van de vlam tijdens de werking STAND-BY ...
Pagina 31
Installatie 4.14.7 Weergave historie vergrendelingen Met de controledoos kunnen de laatste 10 gememoriseerde ver- grendelingen weergegeven worden, via “Menu programmering” op pag. 27. Deze pagina kan zowel bereikt worden in de status STAND-BY als in de status WERKING. Sequentie van de weergave van de laatst opgetreden ver- grendeling ...
Pagina 32
Installatie 4.15 Types van vergrendeling Elke keer een vergrendeling gebeurt, toont de controledoos de led aanwezig in de ontgrendelingsknop, gegeven door de oorzaken van het defect die worden aangeduid door de kleur van controledoos, identificeert de mogelijke types van defecten de ontgrendelingsknop.
Pagina 33
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling van de brander moet Controleer of de mechanismen voor regeling, be- uitgevoerd worden door bevoegd personeel vol- diening en veiligheid correct functioneren.
Pagina 34
Onderhoud Onderhoud Aantekeningen inzake veiligheid voor het onderhoud Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking, Voordat u een onderhouds-, schoonmaak- of controlewerkzaam- de veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander. heid uitvoert: Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende uit- stoten gereduceerd en blijft het product betrouwbaar door de tijd Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander heen.
Pagina 35
Onderhoud Ventilator Laat de brander ongeveer tien minuten lang op vollast draaien en Controleer of de plaatsing van de luchtklep correct is. stel alle in deze handleiding vermelde elementen correct af. Voer Ga na of er zich geen stof heeft vastgezet aan de binnenzijde van daarna een brandstofanalyse uit en controleer: de ventilator en op de schoepen: Door het stof vermindert het –...
Pagina 36
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Problemen - Oorzaken - Oplossingen Hieronder vindt u een lijst van mogelijke defecten en hun oplos- Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan singen. Die problemen geven aanleiding tot een abnormale wer- twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden king van de brander om schade aan de installatie te vermijden.
Pagina 37
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Defect Mogelijke oorzaak Oplossing De brander vergrendelt tijdens De luchtdrukschakelaar geeft geen contact. Luchtdrukschakelaar defect; Vervangen. de voorventilatie. De luchtdruk is te laag (branderkop regelen). Residuele vlam. Ventiel defect: Vervangen. De brander herhaalt constant De gasdruk (van het net) ligt zeer dicht bij de De min.
Pagina 38
Aanhangsel - Accessoires Aanhangsel - Accessoires Kit lange kop Standaard lengte Lengte lange kop Brander Code (mm) (mm) RIELLO 40 GS3 3000820 Kit LPG Brander Code RIELLO 40 GS3 3000881 Kit stadsgas Brander Code RIELLO 40 GS3 3000888 Kit reset op afstand voor controledoos...
Pagina 40
RIELLO S.p.A. I-37045 Legnago (VR) Tel.: +39.0442.630111 http:// www.riello.it http:// www.riello.com Onder voorbehoud van wijzigingen...