4.10.3 Installatie gasstraat
Onderbreek de stroomtoevoer met de hoofdscha-
kelaar van de inrichting.
GEVAAR
Controleer of geen gaslekken aanwezig zijn.
Let op voor de beweging van de gasstraat: gevaar
op beknelling van ledematen.
Controleer of de gasstraat correct geïnstalleerd is
en of er geen brandstoflekken zijn.
De gasstraat 1)(Afb. 15) is voorzien om links van de brander ge-
monteerd te worden.
Bij installatie aan de rechter kant moet het ventiel 90° gedraaid
gemonteerd worden ten opzichte van gasuitlaatflens en met de
gasdrukschakelaar naar boven gericht.
De gastoevoerleiding moet met de gasstraat verbonden worden
met behulp van de bijgeleverde gastoevoerflens 3) en de beves-
tigingsschroeven.
Er wordt aangeraden de schroeven kruiselings
aan te draaien.
Het is verboden het ventiel met de spoel naar be-
OPGELET
neden te installeren.
Sluit de 6-polige stekker 2)(Afb. 15) van de gasstraat aan op de
6-polige stekker 9)(Afb. 4 op pag. 9) van de brander.
Na de installatie moeten de dichting en de werking
van de gasstraat gecontroleerd worden.
OPGELET
Installatie
17
NL
20065208
Afb. 15
20146116