Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
•
Gebruik geen etiketvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens
het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen.
Hierdoor kan de garantie voor de printer en de tonercartridge vervallen.
•
Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
•
Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de etiketten.
•
Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik vellen waarop de
lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht komen hetgeen
gevolgen kan hebben voor de garantie op de printer.
•
Als gericht aanbrengen van lijm niet mogelijk is, moet u een strook van 2 mm verwijderen van de voorste (bovenste)
rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
•
U kunt het beste afdrukken in de staande afdrukstand, met name bij streepjescodes.
Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier
•
Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters.
•
Maak eerst enkele proefafdrukken op het briefhoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft.
•
Buig de letterhead waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst zodat deze
niet aan elkaar blijven plakken.
•
Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk dat u de juiste afdrukstand instelt. Zie voor meer
informatie over het plaatsen van briefhoofdpapier:
–
"Laden vullen" op pagina 31
–
"De universeellader vullen" op pagina 35
Tips voor het gebruik van transparanten
•
Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
•
Voer transparanten in vanuit de standaardlade of vanuit de universeellader.
•
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen kunnen
weerstaan tot 185 °C zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke stoffen af te geven.
Opmerking: Wanneer Gewicht transparanten is ingesteld op Zwaar en Structuur transparant is ingesteld op
Ruw, kunnen transparanten worden bedrukt bij een temperatuur tot 195 °C.
•
Voorkom vingerafdrukken op de transparanten. Deze kunnen leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit.
•
Buig de transparanten, waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst zodat
deze niet aan elkaar blijven plakken.
Papier bewaren
Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en
te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
•
U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve vochtigheid
van 40 procent. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur tussen 18
en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40 tot 60 procent.
•
Zet dozen papier liever niet op de vloer, maar op een pallet of een plank.
•
Zet losse pakken op een vlakke ondergrond.
45