Gebruik geen langere kabellengtes dan noodzakelijk voor een goede kwaliteit van signaal en
om overmatig inductantie te voorkomen.
Volgens IEC/EN 60079-14 mogen intrinsiek veilige geleiders alleen zo worden geïnstalleerd,
dat noch elektrische noch magnetische velden invloed hebben op deze geleiders. Daarom
moeten ze zo geplaatst worden dat ze zelf geen elektrische of magnetische velden kunnen
veroorzaken, bijv. door ze om meer dan één lus te winden.
Hete oppervlakken vanwege hete procesmedia
Gevaar van brandwonden vanwege oppervlaktetemperaturen boven 65 °C.
• Neem geschikte beschermende maatregelen, bijvoorbeeld contactbescherming.
• Garandeer dat de beschermende maatregelen er niet toe leiden dat de maximaal
3.2
Eisen voor plaatsing
Zoals vereist door IEC/EN 60079-25 moeten in een risicoanalyse van een locatie mogelijke
maatregelen worden vastgesteld om gevaren door overspanning uit te sluiten. Voor zone 1 en
2 kan de piekbeveiliging van de optiekbehuizing CD 6 voor dit doeleinde worden gebruikt. Voor
zone 0 moet een separate overspanningsbeveiliging buiten zone 0 worden toegepast.
3.2.1
Centrale eenheid en afschermingseenheid
Onvoldoende luchtcirculatie
Brandgevaar.
Het apparaat kan oververhit raken wanneer er te weinig luchtcirculatie is.
• Garandeer dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is. Raadpleeg de informatie
LDS 6 & optiekbehuizing CD 6 compacte bedieningshandleiding
Beknopte bedieningshandleiding, 12/2022, A5E03314905-AB
VOORZICHTIG
toegestane omgevingstemperatuur wordt overschreden. Raadpleeg de informatie
in Technische gegevens (Pagina 59).
WAARSCHUWING
in Technische gegevens (Pagina 59).
Installatie/montage
3.2 Eisen voor plaatsing
23