MC2-FC mode MC
1.2 Ingebruikname
Om de regelaar in gebruik te nemen is het volgende van belang:
·
Indien de ethernet aansluiting wordt gebruikt moet het IP-adres worden
gecontroleerd/ingesteld (zie paragraaf 6.1).
·
De juiste mode (FC of MC) moet worden geselecteerd (zie paragraaf 6.2)
·
De gewenste regelaar naam en in- en uitgangsfuncties moeten worden ingesteld (zie paragraaf
6.3).
·
Indien de regelaar met andere regelaars moet samenwerken, dan moeten de regelaars
onderling via het ethernet met elkaar verbonden worden. Op elke regelaar moet dan een uniek
celnummer worden ingesteld met een parameter (P0100
·
De parameters moeten worden gecontroleerd/ingesteld (zie paragraaf 4).
De software versie van de regelaar is op te vragen met parameter P7000. Om de
samenwerking van meerdere regelaars binnen één netwerk te realiseren wordt geadviseerd
om regelaars toe te passen met gelijke software versies. Regelaars met verschillende
software versies kunnen mogelijk niet correct met elkaar samenwerken.
Tevens wordt dringend geadviseerd om na inbedrijfstelling van een regelaar de ingestelde
parameters goed te noteren en te bewaren. Dan is een regelaar indien nodig veel eenvoudiger
en sneller uit te wisselen.
De volgende paragrafen beschrijven de functionele werking van de regelaar.
1.3 Fasen en koelen
De regelaar onderscheidt 3 fasen waarin hij functioneert. Deze fasen hebben vooral betrekking op
de regeling van de mechanisch koeling (vloeistofklep en eventuele zuigklep).
Inkoelfase: In deze fase start de cel met mechanisch koelen als de regeltemperatuur boven het
temperatuursetpoint + temperatuurdifferentie komt. Het koelen stopt als het temperatuursetpoint
is bereikt. Voor de inkoelfase is elke cel geplaatst in een inkoelgroep. Er kunnen inkoelgroepen
worden gevormd door voor elke cel een inkoelgroepnummer in te stellen (P0310). Voor elke
inkoelgroep kan een maximum koelcapaciteit worden ingesteld (P2100 e.a.). Het koelen van een cel
wordt alleen gestart als daarmee de maximum koelcapaciteit van de betreffende inkoelgroep niet
wordt overschreden. Om die reden moet de koelcapaciteit van elke cel voor de inkoelfase worden
ingesteld (P0300). Ten gevolge van deze maximalisatie moeten cellen soms wachten totdat er
koelcapaciteit beschikbaar is. De inkoelgroep van een cel geldt ook voor de standbyfase.
In deze handleiding worden parameters aangeduid met P<x> met x = parameternummer.
1
Document no.:181031
1
).
Pagina 5 van 58
Versie: 1.3