— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Zet de machine aan.
b
Selecteer steek
c
• Zie "Steken selecteren" (pagina 67) voor
meer informatie.
Bevestig knoopsgatenvoet "A".
d
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 41) voor
meer informatie.
Leid de bovendraad omlaag door het gat in de
e
persvoet en trek deze vervolgens onder de
persvoet (zie afbeelding).
Plaats de stof met de opening van de zak naar
f
u toe zo dat de naald 2 mm (1/16 inch) voor
de zakopening neerkomt en breng vervolgens
de persvoethendel omlaag.
a 2 mm (1/16 inch)
Opmerking
Duw niet tegen de voorkant van de persvoet
wanneer deze omlaag staat. Anders wordt
de trenssteek niet in het juiste formaat
gemaakt.
52
.
a
Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk
g
omlaag.
a Knoopsgathendel
De knoopsgathendel bevindt zich achter de
beugel op de knoopsgatenvoet.
1
2
a Knoopsgathendel
b Beugel
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in
h
uw linkerhand en begin met naaien.
Zodra het naaien is voltooid, naait de
machine automatisch verstevigingssteken en
stopt dan.
Knip de draden af, zet de persvoethendel
i
omhoog en haal de stof weg.
Breng de knoopsgathendel omhoog in de oor-
j
spronkelijke stand.
Memo
Als de stof niet wordt doorgevoerd (bijvoor-
beeld als deze te dik is), maakt u de
steeklengte groter. Zie "Steeklengte aanpas-
sen" (pagina 59) voor meer informatie.
a
Verstevigingssteken 101
3