— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Patroon opnieuw uitlijnen
Het patroon wordt mogelijk niet goed genaaid,
afhankelijk van de soort stof en de naaisnelheid. Pas
het patroon in dat geval aan door het op een lapje
van dezelfde stof te naaien.
Zet de machine aan.
a
Selecteer
(nr. 62 van
b
met
).
Druk op
(letter-/decoratieve stekentoets)
en typ vervolgens 62 met de cijfertoetsen.
De steek voor patroonuitlijning wordt gese-
lecteerd.
Bevestig monogramvoet "N".
c
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 41) voor
meer informatie.
Begin met naaien.
d
Het patroon om de aanpassing te maken,
wordt genaaid.
De machine stopt wanneer het patroon is
voltooid.
Controleer het genaaide patroon.
e
Als het gedeelte van het patroon dat in de
afbeelding wordt aangegeven gelijkmatig is
genaaid, is het patroon correct uitgelijnd.
Als het patroon niet correct is genaaid, past u
het naaiwerk als volgt aan.
116
f
g
, geselecteerd
Druk op
(Instellingstoets) op het bedie-
ningspaneel.
Het instellingenscherm verschijnt.
Druk op
of op
(steeklengtetoetsen) tot-
dat
verschijnt..
Er verschijnt een scherm waarin u het
patroon kunt aanpassen.