Als u de printer verplaatst, mag hij niet verder worden gekanteld dan hier staat
afgebeeld.
Als u de printer te ver kantelt, kan hij vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
Nadat u de los verkrijgbare papierbak hebt geïnstalleerd, dient u de remmen van
de zwenkwieltjes aan de voorkant van deze bak vast te zetten. Als u de remmen
niet vastzet, kan de printer onverwachts bewegen, hetgeen persoonlijk letsel kan
veroorzaken.
•
Gebruik de printer in een ruimte die aan de volgende vereisten voldoet:
Omgevingstemperatuur van 10 tot 32°C, relatieve vochtigheid van 15 tot
85% (zonder condensvorming)
Als de printer wordt gebruikt bij een omgevingstemperatuur van meer dan
32°C, mag de relatieve vochtigheid niet meer dan 65% bedragen. Als de
relatieve vochtigheid 85% bereikt, mag de omgevingstemperatuur niet hoger
zijn dan 28°C.
✏ Opmerking
Zet de printer niet in een ruimte waar plotselinge temperatuurschommelingen
kunnen optreden en verplaats de printer niet van een koude naar een warme,
vochtige plaats. Doet u dit toch, dan kan er condensatie in de printer worden
gevormd, hetgeen de afdrukkwaliteit negatief beïnvloedt.
•
Plaats de printer niet in direct zonlicht, daar dit schade kan veroorzaken.
•
Zet de tonercartridges in de vergrendelde stand als u de printer moet
verplaatsen; haal ze niet uit de printer. Nadat de tonercartridges uit de
printer zijn verwijderd, mogen ze niet opnieuw worden gebruikt. Er kan dan
namelijk losse toner in de printer worden geknoeid, hetgeen de
afdrukkwaliteit negatief beïnvloedt.
•
Zet de printer niet vlak naast een airconditioner of verwarming, daar dit de
temperatuur binnen in de printer beïnvloedt en schade kan veroorzaken.
•
Gebruik de printer niet als deze schuin of onder een hoek van meer dan 5
graden staat, daar dit schade kan veroorzaken.
Werkomgeving
xxiii