T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(gewenst)
35
40
[°C]
30
29,0
33,0
35
25,5
29,5
40
22,5
26,0
45
19,5
22,5
50
16,5
18,5
55
13,5
15,0
60
10,5
11,5
65
7,0
8,0
70
4,0
4,5
75
1,0
1,0
Aanwijzing
De resterende branderwachttijd na een regeluit-
schakeling tijdens het CV-bedrijf kunt u via de dia-
gnosecode D.067 oproepen.
8.6.2
Resterende branderwachttijd terugzetten
Mogelijkheid 1
Menu → Reset tijdvertraging
Op het display verschijnt de actuele branderwachttijd.
▶
Bevestig het terugzetten van de branderwachttijd met
(Select).
Mogelijkheid 2
▶
Druk op de ontstoringstoets.
8.7
Onderhoudsinterval instellen
Als u het onderhoudsinterval instelt, dan verschijnt na een
instelbaar aantal branderbedrijfsuren de melding op het
display dat het product onderhouden moet worden, samen
met het onderhoudssymbool
thermostaten toont de informatie Onderhoud MAIN.
▶
Stel de bedrijfsuren tot aan het volgende onderhoud via
de diagnosecode D.084 in. Richtwaarden vindt u in de
volgende tabel.
Aantal uren dat de
brander in werking is
Warmte-
Aantal
geweest tot de volgende
vraag
personen
inspectie/onderhoudsbeurt
(afhankelijk van het
installatietype)
1 ‑ 2
1.050 h
5,0 kW
2 ‑ 3
1.150 h
1 ‑ 2
1.500 h
10,0 kW
2 ‑ 3
1.600 h
2 ‑ 3
1.800 h
15,0 kW
3 ‑ 4
1.900 h
3 ‑ 4
2.600 h
20,0 kW
4 ‑ 5
2.700 h
3 ‑ 4
2.800 h
25,0 kW
4 ‑ 6
2.900 h
3 ‑ 4
3.000 h
> 27,0 kW
4 ‑ 6
3.000 h
0020181591_05 Installatie- en onderhoudshandleiding
45
50
55
37,0
41,0
45,0
49,5
33,0
36,5
40,5
44,0
29,0
32,0
35,5
38,5
25,0
27,5
30,5
33,0
21,0
23,5
25,5
28,0
17,0
19,0
20,5
22,5
13,0
14,5
15,5
17,0
9,0
10,0
11,0
11,5
5,0
5,5
6,0
1,0
1,0
1,0
. Het display van eBUS-
De opgegeven waarden komen overeen met een gemid-
delde gebruikstijd van één jaar.
60
Als u geen getalwaarde, maar het symbool "–‟ instelt, dan is
de functie Onderhoudsindicatie niet actief.
Aanwijzing
Na het verstrijken van de ingestelde bedrijfsuren
moet u het onderhoudsinterval opnieuw instellen.
8.8
Pompvermogen instellen
Het product is met een toerentalgeregelde hoogefficiënte
pomp uitgerust die zich automatisch aan de hydraulische
6,5
omstandigheden van de CV-installatie aanpast.
1,0
Als het nodig is, dan kunt u het pompvermogen handmatig
in vijf standen op het maximaal mogelijke vermogen vast
instellen. De toerentalregeling schakelt u hiermee uit.
▶
Om het pompvermogen aan te passen, wijzigt u D.014 in
de gewenste waarde.
8.8.1
Restopvoerhoogte, pomp
8.8.1.1 Karakteristiek van de pomp voor 20 kW
B
70
60
1
50
40
30
20
4
10
5
0
1
Bypass gesloten
/ Vmax / code d14=8
(Boost)
2
Bypass gesloten
/ Vmax / code d14=0
3
Bypass in fabrieksin-
stelling / Vmax / code
d14=8 (Boost)
8.8.1.2 Pompkarakteristiek voor 25 kW
B
70
1
60
50
40
30
20
4
5
10
0
1
Bypass gesloten
/ Vmax / code d14=8
(Boost)
2
Bypass gesloten
/ Vmax / code d14=0
2
3
500
1000
4
Bypass in fabrieksin-
stelling / Vmax / code
d14=0
5
Bypass open / Vmin /
code d14=0
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Beschikbare druk (kPa)
2
3
500
1000
3
Bypass in fabrieksin-
stelling / Vmax / code
d14=8 (Boost)
4
Bypass in fabrieksin-
stelling / Vmax / code
d14=0
1500 A
1500 A
25