Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Draairichting Van De Motor; Parallelle Aansluiting Van Motoren; Motorkabels - Danfoss VLT 6000 HVAC Series Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT 6000 HVAC Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

■ ■ ■ ■ ■ Draairichting van de motor
De fabrieksinstelling zorgt voor kloksgewijze draaiing
als de uitgang van de VLT-frequentieomvormer als
volgt is aangesloten
Klem 96 aangesloten op U-fase
Klem 97 aangesloten op V-fase
Klem 98 aangesloten op W-fase
De draairichting kan worden gewijzigd door de twee
fasen in de motorkabel te verwisselen.
■ ■ ■ ■ ■ Parallelle aansluiting van motoren
De VLT 6000 HVAC kan meerdere, parallel
aangesloten motoren besturen. Als de motoren
verschillende snelheden moeten hebben, dienen ze
verschillende nominale snelheden te hebben. De
motorsnelheid wordt simultaan gewijzigd, hetgeen
betekent dat de verhouding tussen de nominale
motorsnelheden in het gehele bereik gehandhaafd
blijft.
De totale stroom die door de motoren wordt
opgenomen, mag niet groter zijn dan de maximale
nominale uitgangsstroom I
frequentieomvormer.
Als de motorvermogens sterk verschillen kunnen er
bij de start en bij lage snelheden problemen
optreden. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat
kleine motoren een relatief grote ohmse weerstand
MG.60.A7.10 - VLT is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
van de VLT-
VLT,N
VLT
®
6000 HVAC
hebben, waardoor zij bij de start en bij lage snelheid
een hogere spanning vragen.
In systemen waarin motoren parallel zijn
aangesloten, kan het elektronische thermische
relais (ETR) van de VLT-frequentieomvormer niet
worden gebruikt als motorbeveiliging voor de
afzonderlijke motor.
Daarom dienen extra
motorbeveiligingen te worden toegepast,
bijvoorbeeld thermistors in iedere motor (of aparte
thermische relais).
NB!
Parameter 107 Automatische Motor
Aanpassing, AMA en Automatische Energie
Optimalisatie, AEO in parameter 101
Koppelkarakteristieken kunnen niet worden gebruikt
als de motoren parallel geschakeld zijn.
■ ■ ■ ■ ■ Motorkabels
Zie Technische gegevens voor de correcte
kabeldoorsnede en kabellengte. Volg altijd de
nationale en lokale voorschriften op voor de
kabeldoorsneden.
NB!
Als een niet-afgeschermde kabel wordt
gebruikt, wordt niet voldaan aan bepaalde
EMC-vereisten, zie EMC-testresultaten.
Als voldaan moet worden aan de EMC-specificaties
met betrekking tot emissie, moet de motorkabel
worden afgeschermd, tenzij anders is aangegeven
voor het betreffende RFI-filter. Het is belangrijk de
motorkabel zo kort mogelijk te houden om
interferentie en lekstromen tot een minimum te
beperken.
De afscherming van de motorkabel dient te worden
aangesloten op de metalen behuizing van de
frequentieomvormer en op de metalen behuizing van
de motor. De afgeschermde verbindingen moeten
met een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem)
worden gemaakt. Dit wordt mogelijk gemaakt door
verschillende installatiesystemen in de verschillende
VLT-frequentieomvormers.
Montage met gedraaide kabeluiteinden (pigtails)
dient te worden vermeden, aangezien dit het
afschermende effect bij hoge frequenties teniet doet.
Als het noodzakelijk is de afscherming te
onderbreken om een motorbescherming of
motorrelais te installeren, dient de afscherming te
worden voortgezet met de laagst mogelijke HF-
impedantie.
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave