Inhoudsopgave
Advertenties
4 Voorbereiding en bediening
4. Verbind de High-Flow-interface 2 met de
inspiratieslang (lang) 3.
5. Verbind evt. slangverwarming en
temperatuursonde met de inspiratieslang (lang) 3
(zie gebruiksaanwijzing van de externe
ademluchtbevochtiger).
In plaats van het lekkageslangsysteem kan ook
het ventielsysteem met één slang of het dubbele
slangsysteem in de HFT-modus worden
gebruikt.
4.4 Apparaat in- en uitschakelen / therapie starten en
beëindigen
ACTIE
VOORWAARDE
Apparaat
1
inschakelen
Apparaat is
1
Therapie starten
ingeschakeld
Therapie
beëindigen
Apparaat
uitschakelen
1
Het apparaat voert automatisch een paar werkingstests uit. Dit kan enkele seconden duren.
4.5 Slangsysteemtest
uitvoeren
Voer bij elke functiecontrole, bij wissel van de patiënt
en indien nodig een slangsysteemtest uit. Daarbij
worden resistance, compliance en dichtheid
gecontroleerd.
Voorwaarde
Het gebruikte slangsysteem is in het menu Ventilatie
door de leverancier of door de medische professional
gekozen.
1. Menu Systeem > Slangsysteemtest kiezen.
2. In het gedeelte Overzicht slangsysteemtest het
gewenste beademingsprogramma kiezen en de
toets Start indrukken.
3. Afhankelijk van het gebruikte slangsysteem een
passende optie kiezen:
Bij het lekkageslangsysteem kiezen of een
uitademsysteem of een beademingsmasker
(vented-variant) wordt gebruikt.
of
4.3 Vóór het eerste gebruik
Vóór het eerste gebruik moet het apparaat worden
geconfigureerd. Wanneer uw vakhandelaar dit nog
niet heeft gedaan, moet u de taal en de tijd in het
apparaat instellen.
Het apparaat wordt geleverd met een opgeladen
interne accu. Laat het apparaat minstens 1 uur op de
netvoeding aangesloten zitten om de interne accu
volledig op te laden.
TOETS
Aan/Uit-toets
op het apparaat kort indrukken
Aan/Uit-toets
op het apparaat kort indrukken
of
Therapie starten op het display indrukken
Aan/Uit-toets
op het apparaat ingedrukt
houden
of
Therapie beëindigen op het display ingedrukt
houden
Aan/Uit-toets
op het apparaat ingedrukt
houden
Bij het ventielsysteem met één slang of bij het
dubbele slangsysteem kiezen of de
slangsysteemtest met of zonder proximale
drukmeting wordt uitgevoerd.
Dit herkent u aan het feit of de drukmeetslang op
de ingang drukmeetslang
4. Slangsysteem, beademingsingang (bijv.
beademingsmasker) en accessoires verbinden met
het apparaat. Indien aanwezig: verbinding met de
patiënt loshalen.
5. Instructies op het display volgen.
6. Om de slangsysteemtest te starten de toets
Volgende indrukken.
RESULTAAT
Apparaat in
stand-by
Therapie start
Apparaat in
stand-by
Display gaat uit
zit of niet.
P
|
NL
15
Advertenties
Inhoudsopgave
