6.3 Alarmen controleren
Om de functionaliteit van alarmen te controleren kunt
u een menselijke fout simuleren die het
desbetreffende alarm activeert.
ID-
ALARM
NR.
Lekkage hoog
(hoge
459
ondichtheid)
Druk laag
(lage
luchtwegdruk,
457
lage inspiratoire
druk)
Uitademing
geblokkeerd
757
(obstructie)
Tidal volume
laag
(laag
450
uitgeademd
volume)
FiO
laag
2
(zuurstofconcent
494
ratie)
Accucapaciteit
551
laag
Accucapaciteit
550
kritiek
Energievoorzieni
ng via interne
584
accu
6.4 Onderhoud
Het apparaat is bedoeld voor een levensduur van 10
jaar.
|
22
NL
VOORWAARDE
Bij ventielsysteem met één slang:
alarmgrenswaarde is ingesteld op
een waarde <150 l/min.
Bij lekkageslangsysteem:
alarmgrenswaarde is ingesteld op
een waarde <60 l/min.
Bij dubbel slangsysteem 15 mm /
22 mm: alarmgrenswaarde is
ingesteld op een waarde <60 l/min.
Bij dubbel slangsysteem 10 mm:
alarmgrenswaarde is ingesteld op
≤ 35 l/min.
een waarde
Alarmgrenswaarde is ingesteld op
≥ 6 hPa
een waarde
Ventielsysteem met één slang is
aangesloten.
of
Dubbel slangsysteem is aangesloten.
Dubbel slangsysteem:
alarmgrenswaarde is ingesteld.
FiO
-cel is ingebouwd en geactiveerd.
2
Alarmgrenswaarde is ingesteld.
Geen externe zuurstoftoediening
aangesloten.
Apparaat is niet aangesloten op de
netvoeding.
Apparaat is niet aangesloten op de
netvoeding.
Geen
6 Hygiënische voorbereiding en onderhoud
6.3.1 Niet-deskundige gebruiker
Inspiratieslang aan de patiëntenaansluiting
open laten.
Beademing starten.
Minstens 30 seconden wachten, er kunnen in
deze tijd nog meer alarmen optreden.
Inspiratieslang aan de patiëntenaansluiting
open laten.
Beademing starten.
Testlong aansluiten. Beademing starten.
Bij ventielsysteem met één slang:
uitademopening van het patiëntenventiel
afsluiten.
Bij dubbel slangsysteem: expiratieslang van de
ingang van het apparaat aftrekken en de
aansluiting aan de slang afsluiten.
Beademing starten.
Expiratieslang van het ingang van het apparaat
aftrekken.
3 ademhalingen wachten.
Beademing starten.
Beademing starten tot de interne accu nog een
resterende looptijd van 15 minuten vóór de
volledige ontlading heeft.
Beademing starten tot de interne accu nog een
resterende looptijd van 5 minuten vóór de
volledige ontlading heeft.
Netaansluitleiding loskoppelen van het
apparaat. Kabels van de externe accu's
loskoppelen van het apparaat.
Om het apparaat ook na deze periode te kunnen
gebruiken moet het apparaat worden gecontroleerd
door de fabrikant of de leverancier.
CONTROLE