Inhoudsopgave
Advertenties
7 Alarmen
WEERGAVE
CODE
Uitademing
geblokkeerd
Constant drukniveau
Aanzuiggebied
geblokkeerd
Slangen drukmeting
en ventielbesturing
verwisseld
Fout FiO
-cel
2
FiO
-cel niet aanwezig
2
FiO
-cel verbruikt
2
Ventilatortemperatuu
r hoog
SpO
-signaal zwak
2
SpO
-signaal zwak
2
SpO
-sensor
2
verwijderd
SpO
-kabel
2
verwijderd
Therapie beëindigd
OORZAAK
Uitgang uitademlucht is
757
geblokkeerd.
Ademfrequentie of ingesteld
758
drukverschil te laag.
759
Aanzuiggebied geblokkeerd.
Ventielbesturingsslang en
drukmeetslang verwisseld.
760
Ventielbesturingsslang geknikt.
770
FiO
-cel defect.
2
771
Geen FiO
-cel ingebouwd.
2
773
FiO
-cel verbruikt.
2
Ventilatietemperatuur te hoog.
789
Koelluchtfilter afgesloten.
792
SpO
-sensor niet correct op de
2
vinger aangesloten.
790
Signaal door nagellak of
verontreinigingen gestoord.
791
SpO
-sensor verwijderd.
2
793
SpO
-kabel verwijderd.
2
794
Apparaat is uitgeschakeld.
MAATREGEL
Uitademsysteem en expiratiemodule
controleren.
Therapie-instellingen controleren.
Aanzuiggebied vrijhouden.
Slangsysteem controleren op correcte
zitting
(zie 4.2.3, p.
14).
Ventielbesturingsslang controleren op
blokkeringen en beschadigingen.
Indien nodig: slangsysteem vervangen.
Contact opnemen met medische
professional of verpleegkundige.
FiO
-cel laten vervangen.
2
Contact opnemen met medische
professional of verpleegkundige.
FiO
-cel laten inbouwen.
2
Contact opnemen met medische
professional of verpleegkundige.
FiO
-cel laten vervangen.
2
Apparaat onmiddellijk koelen of de
therapie wordt beëindigd.
Koelluchtfilter controleren. Indien nodig:
Koelluchtfilter door leverancier laten
vervangen.
Verbinding met de vinger controleren.
Indien alarm blijft bestaan: Contact
opnemen met de leverancier.
Nagellak verwijderen. Vinger reinigen.
SpO
-sensor weer aansluiten.
2
Als het alarm blijft bestaan:
SpO
-sensor vervangen.
2
SpO
-kabel weer aansluiten.
2
Apparaat weer inschakelen.
|
31
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
