7
|
Werking
7.3.2 Speciale verwarmingsbedrijfsstanden
7.4 Gebruik van het systeem
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
32
Werking
(a)
Ontdooien
(a)
Warme start
(a)
De werking van de toevoer- en afvoerluchtventilatoren hangt af van de lokale instelling
17(27)-5 van de VAM.
INFORMATIE
Om de bedrijfsstand of andere instellingen in te stellen, zie de uitgebreide
handleiding of gebruiksdhandleiding van de gebruikersinterface.
Beschrijving
Om een verlies van het verwarmingsvermogen door
ijsvorming in de buitenunit te voorkomen, schakelt het
systeem automatisch over naar de ontdooistand.
De toevoerluchtventilator stopt met draaien en de
afvoerluchtventilator begint opnieuw te draaien zoals
voor het begin van de ontdooiwerking.
Het volgende symbool verschijnt op het thuisscherm:
Na ongeveer 6 tot 8 minuten wordt de normale werking
hervat.
De toevoerluchtventilator stopt met draaien en de
afvoerluchtventilator begint opnieuw te draaien zoals
voor het begin van de warme start.
Het volgende symbool verschijnt op het thuisscherm:
EKVDX32~100A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P664010-1A – 2022.05