In dit hoofdstuk
10.1 Symptomen die geen storingen van het systeem zijn
EKVDX32~100A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P664010-1A – 2022.05
Storing
Het systeem werkt, maar
koelt of verwarmt
onvoldoende.
De werking stopt plots
(bedrijfslampje knippert.)
Tijdens de werking kan iets
abnormaals gebeuren.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle bovenstaande
punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef hem de symptomen door, de
volledige modelnaam van de unit (met indien mogelijk ook het fabricagenummer)
en de installatiedatum (mogelijk vermeld op de garantiekaart).
10.1
Symptomen die geen storingen van het systeem zijn ...........................................................................................................
10.1.1
Symptoom: Het systeem werkt niet ......................................................................................................................
10.1.2
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit) ....................................................................................
10.1.3
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit, buitenunit) .................................................................
10.1.4
Symptoom: Op de gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de unit stopt, en start weer na enkele minuten ....
10.1.5
Symptoom: De airconditioners maken lawaai (binnenunit) .................................................................................
10.1.6
Symptoom: De airconditioners maken lawaai (binnenunit, buitenunit) ..............................................................
10.1.7
Symptoom: Er komt stof uit de unit ......................................................................................................................
10.1.8
Symptoom: De units geven een geur af ................................................................................................................
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
10
Opsporen en verhelpen van storingen
|
Maatregel
▪
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is.
Verwijder eventuele obstakels en zorg ervoor dat
de lucht vrij kan circuleren.
▪
Controleer de temperatuurinstelling met instelling
14(24)-10 en -11 op de EKVDX-unit.
▪
Controleer of de ventilatorsnelheid op lage
snelheid is ingesteld en verander ze naar hoge
snelheid. Raadpleeg de handleiding van de
gebruikersinterface.
▪
Controleer of er geen deuren of ramen openstaan.
Sluit alle deuren en ramen om te voorkomen dat
er wind binnenkomt.
▪
Controleer of er geen rechtstreeks zonlicht in de
kamer schijnt. Gebruik gordijnen of jaloezieën.
▪
Controleer of er niet te veel mensen aanwezig zijn
in de kamer tijdens het koelen. Controleer of de
warmtebron in de kamer niet te groot is.
▪
Indien de warmtebron in de kamer te hoog is (bij
koelen). Het koeleffect vermindert wanneer er te
veel warmte in de kamer wordt geproduceerd.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is.
Verwijder eventuele obstakels, draai de onderbreker
op OFF en weer op ON. Raadpleeg uw verdeler als
het lampje nog steeds knippert.
De airconditioner kan slecht werken door bliksem of
radiogolven. Draai de onderbreker op OFF en weer
op ON.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
39
40
40
40
40
40
40
41
41
39