5. Schuif de achterste ventilatoreenheid met de hendel
Figuur 88. De ventilatoreenheid aan de achterzijde verwijderen
6. Schuif vervolgens de nieuwe ventilatoreenheid aan de achterzijde in het compartiment aan de
achterzijde totdat deze vastklikt.
Figuur 89. De ventilatoreenheid aan de achterzijde installeren
7. Installeer de directe koelluchtcirculatieplaat opnieuw. Zie 'De directe koelluchtcirculatieplaat verwijderen
en opnieuw installeren' op pagina 96.
1
naar buiten om hem uit het chassis te verwijderen.
.
Hoofdstuk 9
Hardware installeren en vervangen
139