Opmerkingen
• Zelfs indien u "48kHz/96kHz PCM" onder "AUDIO
INSTELLING" op "96kHz/24bit" zet, wordt de
bemonsteringsfrequentie omgezet in 48kHz/16bit
wanneer een SURROUND mode (pagina 57) wordt
gekozen.
• De analoge audiosignalen van de LINE OUT L/R
(AUDIO) aansluitingen worden niet door deze
instelling beïnvloed en behouden hun origineel
bemonsteringsfrequentieniveau.
82
Luidsprekerinstellingen
(LUIDSPREKER)
Voor een optimaal surround-geluid, moet u
het formaat van de aangesloten luidsprekers
en hun afstand tot uw luisterpositie instellen.
Schakel vervolgens luidsprekervolume en –
balans gelijk aan de hand van de testtoon.
Deze instelling werkt bij aansluiting van een
luidspreker via 5.1 CH OUTPUT (pagina
24).
Kies "LUIDSPREKER" in het instelscherm.
Voor details, zie "Gebruik van het
instelscherm" (pagina 73).
Standaard instellingen zijn onderstreept.
LUIDSPREKER
GROOTTE:
AFSTAND:
BALANS:
NIVEAU:
TEST TOON:
Terugkeren naar de standaard
instelling
Kies het item en druk op CLEAR.
xGROOTTE
Om het formaat van de aangesloten luidsprekers te
kiezen.
• VOOR
GROOT
Kies normaal deze instelling.
KLEIN
Kies dit wanneer het geluid kraakt of
surround sound-effecten moeilijk
hoorbaar zijn. Dit activeert de Dolby
Digital bass-omleidingscircuits en
produceert de lage frequenties voor
de voorluidspreker via de subwoofer.
• MIDDEN
GEEN
Kies dit wanneer u geen
middenluidspreker aansluit.
GROOT
Kies normaal deze instelling.
UIT
GROOT
VOOR:
MIDDEN:
GROOT
ACHTER:
GROOT(ACHTER)
SUBWOOFER:
JA