Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiten Van Een Gasmeter Met Een Encoderuitgang - Wigersma & Sikkema UNIGAS 300 Installatie-, Gebruikers- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UNIGAS 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie-, gebruikers-, en onderhoudshandleiding
De ingangen zijn opeenvolgend genummerd van 1 t/m 12 en de uitgangen zijn genummerd van 13 t/m 18.
De nummers en benamingen zijn vermeld bij de aansluitklemmen.
Ingangen
1
NAMUR -
NAMUR +
3
GND
4
LF 1
5
LF 2
6
LF 3
7
GND
8
ALARM 1
9
GND ALARM
10
ALARM 2
11
EXT -
12
EXT +
Indien UNIGAS 300 extern gevoed wordt door een voeding van een ander fabricaat dan Wigersma
& Sikkema, dient het volgende strikt aangehouden te worden. Bij toepassing van een externe
voeding, waarbij de min van de voeding naar UNIGAS 300 verbonden is met een aarde, dient de
behuizing van UNIGAS 300 met behulp van een zo kort als mogelijke verbinding verbonden te worden met
dezelfde aarde. Hetzelfde geldt voor de gasinstallatie waarmee de drukopnemer en temperatuuropnemer van
UNIGAS 300 wordt verbonden.
Toepassing van een externe voeding met een galvanisch gescheiden voedingsuitgang dient sterk de voorkeur.
Uitgangen
13
ALARM OUT 2
14
GND ALARM
15
ALARM OUT 1
16
PULSE OUT 2
17
GND PULSE
18
PULSE OUT 1
Voor elektrische specificaties van de puls en alarmuitgangen zie hoofdstuk 11.

4.3 Aansluiten van een gasmeter met een encoderuitgang

UNIGAS 300 is geschikt voor toepassing van gasmeters met een encoderuitgang van het fabricaat Itron, GWF,
Elster, Dresser, FMG, RMG of Aerzener die voorzien zijn van een NAMUR-interface. Met de software
UNITOOL kan ingang 1 worden ingesteld voor encoderingang.
Voordat het encodertelwerk wordt aangesloten, moet telwerk Vm1 (of Vm2 in het geval dat de
encoderingang wordt gebruikt ter controle van impulsingang 1), met behulp van UNITOOL op een
waarde worden geconfigureerd die overeenkomt met de waarde op het encodertelwerk.
Indien bovenstaande handeling niet wordt uitgevoerd zal UNIGAS 300 het verschil tussen het encodertelwerk
en het telwerk van UNIGAS 300 bij het eerste meetinterval gaan herleiden.
Wordt een encodertelwerk aangesloten terwijl de stand van het encodertelwerk lager is dan in UNIGAS 300
dan zal UNIGAS 300 de encodertelwerkstand niet overnemen. Hiervan wordt een statusmelding gemaakt in
statusregister 1.
Indien het encodertelwerk terugloopt, zal de telwerkstand niet door UNIGAS 300 worden overgenomen.
Hiervan wordt een statusmelding gemaakt in statusregister 1. Is de terugloop van tijdelijke aard, dan zal
UNIGAS 300 de telwerkstand weer overnemen indien deze weer groter is dan de laatst overgenomen
tellerstand. De terugloop wordt niet geregistreerd in enig fouttelwerk.
DDG6004MHNL/05-2022/Rev.B4
aansluiting voor NAMUR-sensor en encodertelwerk
aansluiting voor NAMUR-sensor en encodertelwerk
gemeenschappelijke aarde voor LF-sensor
+ aansluiting voor laagfrequent ingang 1
+ aansluiting voor laagfrequent ingang 2
+ aansluiting voor laagfrequent ingang 3
gemeenschappelijke aarde voor LF-sensor
alarmingang 1, normaal gesloten schakelaar of transistor
gemeenschappelijke aarde ALARM 1 en 2
alarmingang 2, normaal gesloten schakelaar of transistor
- aansluiting voor externe voeding 6 – 10 V
+ aansluiting voor externe voeding 6 – 10 V
alarmuitgang 2
gemeenschappelijke aarde ALARM OUT 1 en 2
alarmuitgang 1
impulsuitgang 2
gemeenschappelijke aarde PULSE OUT 1 en 2
impulsuitgang 1
Softwareversie vanaf M 1.3.40 en D 2.3.37
UNIGAS 300
16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave